dinsdag 24 september 2024

Buskruit: de geschiedenis, de techniek en andere geheimen (dl 1) 

(Klik door naar dl 2)

Buskruitmakers in de lage landen, van verleden tot heden

Er zijn honderden boeken en geschriften verschenen over vuurwerk, over buskruit en de technische methoden en toepassingen van de pyrotechniek, zowel door en voor professionals als amateurs. De Chinese zijn het oudst uit 1044 (klik hier), maar eerder moet de kennis al aanwezig geweest zijn. 
Het is moeilijk vast te stellen hoe de Chinese kennis Europa bereikte, door Marco Polo de ontdekkingsreiziger of was dat via de gebruikelijke handelsbetrekkingen of door de Mongoolse oorlog. Weer anderen beweren dat in Europa het buskruit is herontdekt, of dat gebruik werd gemaakt van buitenlandse kennis en geschriften. De Engelse geleerde Roger Bacon wordt geacht de eerste Europeaan te zijn die gedetailleerd de fabricage van zwart buskruit beschreef (1242), daarna volgt volgens de legende een eeuw later de Duitse monnik Berthold Schwarz die de ontwikkeling van buskruit vuurwapens bevorderde. Hoe toevallig waren beide heren toegetreden tot de religieuze orde van de franciscanen. De geschriften in het Italiaans en Frans verschenen rondom 1540.

Waren het eerst militairen die zich ook met feestvuurwerk bezig hielden (vuurwerk mortierbommen werden gelanceerd uit opgestelde legerkanonnen (zie rode pijlen op gravure hieronder rechts), de latere mortierbuizen), met name de kunst in de pyrotechniek werd in Italië vervolmaakt door de gebroeders Ruggieri. Deze familie uit Bologna verhuisde in 1743 naar Frankrijk om aangesteld te worden in Parijs als 'Artificiers du Roi Louis XV' (klik hier). Kunstvuurwerk was toen vooral voor de welgestelden (de armelui moesten het met brandende, stinkende pektonnen doen op feestdagen en een enkele vuurpijl, zie tekening rechts) en omgerekend naar de huidige standaard, moeten die koninklijke kunstvuurwerken van Ruggieri miljoenen hebben gekost want het waren complete pyrotechnisch allegorische toneelvoorstellingen in vele bedrijven (klik hier).

Ging het altijd goed met het afsteken van vuurwerk door professionals als Ruggieri? Nee, soms ontstak per ongeluk alles in één keer, of een ander ongeluk door paniek. Op 30 mei 1770 eindigde een kunstvuurwerk dat Petronio Ruggieri had gepland om het huwelijk van de toekomstige Lodewijk XVI en Marie Antoinette te vieren in een rampzalig ongeluk. Niet alleen de adelstand stond te kijken maar dit keer ook gewone burgers. Een harde explosie zorgde ervoor dat de menigte in paniek raakte en in de daaropvolgende haast om te ontsnappen aan de regen van vuurwerk, werden veel mensen doodgetrapt. Het officiële dodental werd door de overheid gesteld op 133. De kunstschilder heeft van de eerste seconden van het spektakel nog iets moois proberen te maken - zie hierboven, maar de afloop was tragisch.

De Ruggieri's vielen in ongenade en Claude-Fortuné Ruggieri was primair verantwoordelijk voor het herstellen van de familie eer in haar vooraanstaande positie. Hij gebruikte de wetenschap van de scheikunde om nieuw kunstvuurwerk te ontwikkelen. Met name was dat gekleurd vuurwerk dat de Ruggieri's moest onderscheiden van hun rivalen - die ondertussen geduchte concurrenten waren geworden.
Het gekleurde vuur was toen niet echt pyrotechnisch, de kleuren werden opgewekt met o.a. chloriden van natrium, barium, strontium en koper gecombineerd met in alcohol gedoopt katoen. De emissiespectra worden veroorzaakt door aangeslagen toestanden van eenwaardige chloride-moleculen, maar bij natrium zijn het atoomspectra.
Het zou echter nog tot 1788 duren voordat Claude Louis Berthollet (klik hier) kaliumchloraat ontdekte en waarmee echte heldere pyrotechnische vlamkleuren konden worden geproduceerd.

Berthollet was eigenlijk arts maar hield zich vooral met de scheikunde bezig en waarmee hij internationale erkenning kreeg. Van hem komt ook de ontdekking en het gebruik van chloorbleek, een van de ion-chlooroxides (klik hier).
Door kaliumchloraat werd het vuurwerk echter gevaarlijker, voor wrijving en schok, hetgeen snel werd gevolgd door een reeks van ongelukken. Het werd ook in bliksemlichtpoeder gebruikt bij de eerste fotografie. Later in de veiligheidslucifer is het chloraat in de luciferkop gescheiden van het rode fosfor in het strijkvlak, een Zweedse uitvinding (klik hier en een tweede keer op het pijltje van de video).

Buskruit maakt deze eeuw in de laatste decennia een ware heropleving mee als 'groene' vervanger van giftig kaliumperchloraat (klik hier) in (foto)flash ladingen, zoals in oefenmunitie. Perchloraat blijkt giftig voor de schildklier - het blokkeert de jodiumopname, maar het is al meer dan honderd jaar bekend als plantengif.
Ook in militaire gekleurde licht- en seinfakkels wil men deze milieuvervuilende oxidator vervangen (klik hier). Verder wil men lood- als wel barium- en antimoon-houdende verbindingen uitsluiten om dezelfde redenen (klik hier).

Het blijft echter hypocriet dat men zich wel zorgen maakt over deze zogenaamde 'giftige stoffen' in het milieu wanneer moderne bewapeningssystemen alleen maar steeds efficiënter en  dus lethaler worden. Een eigenaardige menselijke eigenschap: een contradictio in terminis, net als koud vuur dat in de pyrotechniek niet bestaat, bestaat een gezonder milieu (klik hierniet in een steeds gevaarlijker wordende wereld (klik hier). De oorlog in Oekraïne heeft de defensie-uitgaven doen stijgen in de wereld en heeft de globale wapenindustrie de Hosanna doen uitroepen: gezegend hij die komt in de naam van de Heer, hier heeft u ons splinternieuwe machinegeweer! 

Een van de vermakelijkste oude boeken in Europa betreft Pyrotechnia van John Babington uit 1635, die zijn passie graag wilde delen met het grote publiek (klik hier). Een Nederlandse vertaling uit het Engels verscheen van Daniel Manlyn in 1672 en 1678 ter lering en vermaak van de Hollandse liefhebbers (klik hier) (klik hier). In het voorwoord is te lezen dat de schrijver vindt dat er iets magisch van vuurwerk uitgaat: men mengt een aantal 'dode stoffen' en opeens komt het bij de ontbranding 'tot leven'. De moderne kennis en logica van de natuurwetenschappen vergeten we dan maar even en wanen ons in de nadagen van de magische alchemie.

Die magie beleefde schrijver Eduard Douwes Dekker van het boek Max Havelaar ook nog 200 jaar later in 1878, met een ware lofzang op de traditionele kleine voetzoeker van destijds (klik hier). Hij beschreef de voetzoeker prachtig poëtisch 'als een levende miraculeuze vuurspuwende draak of slang met een eigen wil en die arabesken braakte, maar altijd de drager ook van 'n herhaalde opwekking tot gillend plezier.’ Geen enkele Chinees die hem dat nadoet.

Het wispelturige karakter van de voetzoeler of serpent (zwermer) wordt op twee manieren bereikt: de ene methode is door dezelfde sas afwisselend steviger en minder stevig aan te drukken of te persen, de andere methode wordt vaak in Spanje veel toegepast en bestaat uit afwisselende soorten sas te gebruiken, een snelle en een langzamer brandende sas. De snelle is geperst buskruit, de langzame is buskruit met 10 % extra houtskool van dennenhout. De hoeveelheid afwisselingen kunnen verschillen.
Meestal vult men de hulzen met een zogenaamde 'funnel and wire', dat is een trechter en een metalen draadvormige lange stamper, meestal van messing.
Eduard Douwes Dekker was ook een fervent voorvechter van het zelf afsteken van vuurwerk, wat veel leuker is dan alleen maar passief naar vuurwerk te mogen kijken. Niet kijken maar zelf doen! Was de schrijver een romanticus in zijn poëzie, hij was een pragmaticus en realist in zijn denken over de koloniale wereld waarin hij toen leefde.

De gemeente Rotterdam gaat het nieuwjaarsvuurwerk na '24 stoppen vanwege geldgebrek (klik hier). Prima, dan gaat iedereen weer zelf leuk vuurwerk afsteken! Het begeleiden van vuurwerkevenementen met die vaak vreselijke rotmuziek is een onding en een pyrotechnische wanprestatie, de zogenaamde 'pyromusical' is een wanstaltige vertoning en een aanfluiting, mensonterend! Je hoort vaak niet eens het vuurwerk zelf doordat het door ontoepasselijke 'muzak' wordt overstemd! Weg ermee want we worden ziek van dat soort mu-ziek!

Het zal geen verrassing zijn dat een eeuw later in het kleinburgerlijke aangeharkte gereformeerde Nederland de voetzoeker hoe klein ook - en waarvan de inhoud in de beginne gewoon uit buskruit bestond, in de 2e helft van de 20e eeuw bij de wet werd verboden vanwege zijn onvoorspelbare karakter. Het grillige onberekenbare pad over de grond van de voetzoeker maakte hem juist zo leuk en hilarisch! De voetzoeker joeg het vrouwelijke deel van de bevolking om een of andere duistere reden de hysterische stuipen op het lijf - bang voor elke spin of muis, en het matriarchaat overwon en hoefde niet naar de psychiater!
In China was in het jaar 1264 in geschriften sprake van een zogenaamde 'grond-rat', een stukje vuurwerk dat aangedreven werd door buskruit en een grote gelijkenis had met de latere voetzoeker of serpent. Een slingerende sissende voetzoeker die schrik aanjaagde bij de keizerin-weduwe Gung Sheng en ter ere wier zoon een feest had gehouden, keizer Lizong (1224-1264). 
In de vuurwerkbijbel van Weingart werd de voetzoeker nog 'nigger chaser' genoemd op pagina 112, dat kon toen nog in de 1947, net als de moorkop en zwarte piet, en dat je elke Duitser een rotmof noemde. Hoe zit dat anno 2024 met de jodenkoeken, nu Israel genocide pleegt op de Palestijnen en Libanezen? Gaan de jodenkoeken weer gillend terug de oven in?

Weer wat later in 2020 kwam er een verbod op een groot aantal vuurwerkartikelen waaronder de rotjes en vuurpijlen (klik hier) en verwerd de Nederlandse man tot een grote slappe lul die zich de wet laat voorschrijven door de achterlijke veldwachter en een stel viswijven. Nog even en er komt een fascistisch totaalverbod, de uiteindelijke castratie! 

Op lagere scholen wordt er geklaagd dat er geen stoere manlijke leraren meer zijn en de leerlingen verworden tot toekomstige watjes die niet meer fatsoenlijk kunnen rekenen en schrijven en de jongens geen boomhutten kunnen of mogen bouwen! Laat staan dat ze de gelegenheid eens krijgen hun handen vies te maken of vingers te branden aan een pakje lucifers. Nog even en de Nederlandse man raakt voor eeuwig onvruchtbaar. Hulde aan de kenau, de schijtlijsters en het links feministisch serpent voor het bange verwijfde klootjesland met zijn zaadbanken en me-too beweging. Fluiten naar een vrouw als gebaar van bewondering is hier strafbaar, dus laat staan de voetzoeker! Maar de buitenlandse vrouwen mogen wel met hoofdbedekking (door het kalifaat voorplicht) door de Nederlandse straat en op de pasfoto! Wie is er nou gestoord?! En dan hebben we het niet eens over de overgewaaide preutsheid, want in 1980 gingen vrouwen, lelijk of niet, topless naar het strand en nu zie je niemand meer topless.

In Spanje heerst gelukkig nog het door echte vrouwen gewaardeerde masculine karakter, inclusief het temperamentvolle vuurwerk en de voetzoeker of carretillas (CON O SIN TRUENO AL FINAL, met of zonder knal aan het eind) (klik hier). Helaas pindakaas, boven de 8 tot 11 mm doorsnede en 12 cm lengte werkt de voetzoeker niet meer zoals het behoort. In het Engels werden ze ook wel flying squibs of serpents genoemd. De Spaanse carretillas zijn meer grote zilverfonteinen zonder noemenswaardige vliegeigenschappen. En je bent toch wel een eigenwijze domme onbenul wanneer je denkt dat een echte ouderwetse voetzoeker een vuurpijl is zonder stok, dus ga eens een goed boek lezen - wanneer je tenminste kunt lezen en wilt leren van echte deskundigen.

Vuurwerk zal in het algemeen tot op de dag van vandaag toch heel veel mensen nog steeds bekoren en tot de verbeelding spreken. Waarom houden soms mensen zich niet aan de wet? Dit heeft vaak te maken met de onredelijkheid en onzinnigheid van de afgedwongen regels zoals een totaalverbod op vuurwerk. Een nieuwe vorm van fascisme in Nederland! In heel Europa kun je consumentenvuurwerk kopen, en in Duitsland ligt het uitstekende en goedkope consumentenvuurwerk bij de LIDL en de ALDI tussen de spruitjes en de sperziebonen! De Nederlandse overheid schijt nog steeds in de broek sinds de Enschede vuurwerkramp in mei 2000, maar die ramp had NIETS met consumentenvuurwerk 1.4G te maken (klik hier)!
We wonen in het vrije Europa als EU burgers, de handel, het wonen, werken en reizen is vrij! Er zijn geen fysieke grenzen meer, behalve de buitengrenzen van de EU.

Vroeger mocht je in het achterlijk Amsterdamse Vondelpark niet buiten het pad begeven (dat was dus gras!) of je kreeg een bekeuring. Op het gras spelen door kleine kinderen was verboden! Een paar jaar later in begin jaren '60 zaten er opeens duizenden hippies op het gras marihuana te roken en in de bosjes te schijten. En nog wat later waren er 'legale' afwerkplekken voor homo's in het Amsterdamse bos. Er was geen smeris meer te bekennen in het Sodom en Gomorrah.
Terwijl menig land en staat softdrugs inmiddels hebben gelegaliseerd, en de smeerlapperij hebben ingeperkt, wordt het bij ons nog steeds schijnheilig 'gedoogd'. Waar een klein land nog kleiner in kan zijn.


Bekende pyrotechnische boeken uit de 20e eeuw zijn die van de Japanse Dr. Takeo Shimizu, Fireworks The Art Science and Technique (klik hier) en van de Eerwaarde Ronald Lancaster Fireworks Principles and Practice (klik hier) - al is de bijdrage van Shimizu veel interessanter want Lancaster vertelt niet veel geheimen. Eerder verscheen in 1947 'de bijbel' van het amateur vuurwerk, Pyrotechnics van George Weingart (klik hier), vlak na de Tweede W.O. in een gouden tijd dat alles nog mocht 
en kon en de grondstoffen spotgoedkoop waren. De meeste ongelukken gebeurden toen trouwens met oude munitie en blindgangers uit de oorlog die door kinderen werden gevonden! Wat dat betreft was vuurwerk een veilige hobby.

Met alle respect voor wijlen Dr. Takeo Shimizu, maar in zijn inleiding (van de heren Y. Sakenobe and Dr. H. Nambo) vermeldt hij dat de Japanners door de Engelsen werden bekend gemaakt met vuurwerk in 1613. Maar daar geloven we helemaal niets van! De Nederlanders hadden reeds handelsbetrekkingen met de Japanners sinds 1609 (klik hier) en hadden die ook met de Chinezen (vooral Chinees porselein ruilhandel). Het ligt erg voor de hand dat de Hollanders Chinees vuurwerk meenamen naar Japan om hen daarmee kennis te laten maken, want de Japanners waren gebrand op elke kennis uit het buitenland en de Nederlanders hadden bij hen een voorkeur. De Hollanders zullen de Japanners heus niet hebben laten kennismaken met hun buskruitkanonnen. De VOC bestond vanaf 1602 (klik hier). In de lage landen was sinds 1431 (klik hier) al groot buskruit geschut bekend (klik hier), waarvan scheepsgeschut werd afgeleid waarmee de VOC schepen en die van de admiraliteit werden uitgerust. Het geschut kreeg de naam van het kaliber kogel, hetgeen pas 100 jaar later gangbaar werd in Engeland.

Shimizu legt ook duidelijk in zijn boek uit wat het verschil is tussen explosieve verbranding en een echte detonatie, maar vervolgens gebruikt hij de term detonatie 
foutief voor de explosieve verbranding. Lancaster doet dat werkelijk voortdurend in zijn boek, erg irritant want er is een groot verschil tussen een echte detonatie en de explosieve verbranding bij vuurwerk. Het klinkt in ieder geval niet erg deskundig.

Overigens wordt in heleboel literatuur verwezen naar de Chinezen die de zogenaamde 'crackling stars' ontwikkelden, maar dat is niet juist, dat was een ontdekking van wijlen Dr. F.W. Wasmann van het Institut für Chemie der Treib- und Explosivstoffe (Fraunhofer Gesellschaft, Karlsruhe). Die demonstreerde destijds deze 'spielerei' tijdens een internationale bijeenkomst en de Chinese delegatie dook letterlijk op de grond om de resten op te rapen om ze later te analyseren. De ontdekking bleef bij Wasmann in de lade liggen - zoals dat vaker gaat, terwijl de Chinezen wel een commerciële toepassing vonden in de 'crackling star' of 'dragon eggs' zoals ze werden genoemd.

Dr. Wasmann en Dr. Uwe Krone waren al langere tijd bezig met magnalium en oscillerende pyrotechnische reacties (blz, 223/224 twinklers van Shimizu's boek) en de strobes, toen met magnalium en lood(II,IV)oxide het zogenaamde repeterende explosieve 'crackling effect' werd ontdekt.  Met verandering van samenstelling kunnen één of meerdere explosies worden gecreëerd in één en dezelfde 'microster' met enige vertraging (klik hier Harrison 2014, zie tabel). N.B. Deze mengsels zijn zeer gevoelig voor wrijving, slag, stoot of druk. 
De giftige loodverbindingen worden tegenwoordig vervangen door bismut(III)oxide.


Dr. Koch vond in zijn onderzoek bij toeval een 'crackling effect' bij een mengsel van magnesium, PTFE (teflon) en perchloraat (klik hier). Dat is opmerkelijk omdat het 'crackling effect' juist van het aluminium in magnalium zou moeten komen volgens Shimizu. Is daarmee bewezen dat Shimizu ongelijk had met zijn theorie?
De Duitse justitie classificeert Mg/PTFE sowieso onder 1.1 massa-explosief (klik hier), dus de grote hoeveelheid koolstof die bij deze reactie vrijkomt kan mooi worden geoxideerd door perchloraat (zal Koch hebben gedacht?) 
Toevalligheden komen in de pyrotechniek nogal eens voor omdat het nog volkomen onontgonnen terrein is. Je zoekt het ene en vindt iets anders, serendipiteit is zoeken naar een speld in een hooiberg en daar in het hooi wel een leuke boerendochter vinden. Zo werkte ook het zoeken naar de Steen der Wijzen in de alchemie, je rommelde wat aan met ingedampte urine en ontdekte het nieuwe element witte fosfor (Hennig Brand in 1669). Zo ontwikkelde zich de chemie uit de alchemie (klik hier), door o.a. steeds meer elementen in een periodiek systeem te ontdekken door ontleding van chemische verbindingen, als wel de opbouw van stoffen en de chemische veranderingen te bestuderen.

Overigens werd het oscillerende 'flashing effect' reeds in 1898 beschreven en ontdekte Shimizu dat het flitseffect wordt veroorzaakt door sulfaat in geoxideerd zwavel, in een donker-licht reactie. Shimizu gebruikte dan ook sulfaat in zijn samenstellingen en geen zwavel.
Daarnaast is er een artikel verschenen waarin Shimizu ongelijk krijgt over zijn theorie met 'strobes' waarbij volgens hem eerst magnesium oxideerde in de donkere reactie en daarna aluminium in het magnalium in een lichtflits reactie, zie pagina 6 'The Shimizu Hypothesis' (klik hier). Helaas is hij niet meer onder de levenden om van repliek te dienen.

Oscillerende pyrotechnische reacties vinden we ook in de fluitsassen. Maxwell was een van de eerste die er een wetenschappelijke studie aan wijdde (klik hier).
Fluitsassen hebben een geheel andere samenstelling, met een ander nog onbekend vibrerend reactiemechanisme waarbij (zouten van) aromatische benzeenderivaten (zoals kaliumbenzoaat, natriumsalicylaat, galluszuur, kaliumpicraat, kaliumdinitrofenolaat, kaliumwaterstofftalaat en kaliumwaterstoftereftalaat) gepulseerd met een specifieke frequentie van 2000 tot 6000 Hz 'akoestisch' worden geoxideerd (klik hier).
Uit onderzoek is gebleken dat gedurende de oscillerende verbranding eerst een ontleding tot kleinere organische moleculen plaatsvindt zoals brandbare stoffen als methaan,  ethaan, 
etheen, propaan, butaan, benzeen en koolmonoxide (klik hier). Lancaster komt op pagina 153 met een theorie dat de fluittoon ontstaat door afwisselende kleine explosies, hetgeen overeenkomt met het onderzoek. Maar zijn niet juist de perioden tussen de explosies de momenten dat er fluittonen worden geproduceerd door de instroom van lucht?
Lancaster gaat wel erg ver door rode fosfor te gebruiken, een voorbeeld die weinigen zullen volgen in een studie vanwege het gevaar.

Daarmee is het kenmerkende pulserende reactiemechanisme nog niet precies verklaard, maar wel deels de hoge reactiviteit en brandbaarheid / explosiviteit (klik hier). Waardoor de verbranding schoksgewijs gepaard gaat, is het volgende onderzoeksterrein. Volgens een theorie zou de snel afwisselende instroom van extra zuurstof uit de lucht en de uitstroom van ontledings- en verbrandingsgassen in de lege ruimte van de huls of resonantieruimte een rol spelen. Wordt de lege huls langer, dan verlaagt de frequentie omdat het gas een langere weg moet afleggen. Wordt dit proces echter verstoord door een vernauwing of venturi, dan ontstaat een geluid met een zeer lage frequentie die eerder doet denken aan flatulentie.

Een omgekeerde reageerbuis gevuld met waterstofgas en ontstoken met een lucifer, produceert ook een soort fluittoon, waarbij lucht aangezogen wordt voor de verbranding en de vlam zich duidelijk naar de bodem verplaatst. Is dit een aanwijzing dat de fluitende toon alleen geproduceerd wordt op het moment dat er een luchtverplaatsing inwaarts plaatsvindt en deze oscillerende reactie zich zeer snel herhaalt met de frequentie van de fluittoon? Dan nog is de vraag waardoor de reacties tussendoor zeer tijdelijk lijken te stoppen en kennelijk wachten tot een volgende kleine explosie benzoaat (of een ander aromatisch zout) ontleedt tot kleinere brandbare moleculen en op de volgende instroom van lucht om deze gassen onder een fluittoon te laten ontbranden?

Velen die met fluitsassen praktische ervaring opdeden, weten inmiddels dat deze oscillerende chemische reacties en een grote explosie af en toe gevaarlijk dicht bij elkaar liggen. Een punt om bij stil te staan is dat de meeste samenstellingen ook heel gevoelig zijn voor wrijving, slag en stoot, omdat de mengsels onder druk moeten worden samengeperst willen ze goed werken (achter een dikke polycarbonaat beschermingsplaat). Fluitsassen mogen beslist NIET worden aangestampt. Soms wordt er gezegd dat de chemicaliën zo fijn mogelijk moeten zijn, maar dat is voor de maximale geluidskwaliteit niet juist.
 
Een uitstekende studie is gemaakt met natriumbenzoaat (wat veel goedkoper is en nauwelijks hygroscopisch) en kaliumperchloraat (klik hier). Let op. Er wordt gesteld dat de sas redelijk ongevoelig is voor wrijving, maar dat geldt alléén voor de samenstellingen met vaseline of een olie toevoeging. De pyrotechnische sas bevat dan 66,3 gram kaliumperchloraat, 28,4 g natriumbenzoaat, 3,8 g vloeibare paraffine en 1,5 g ijzer(III)oxide. De vaste stoffen worden eerst apart gezeefd met een kwast op een 80 micron zeef. Het ijzer(III)oxide wordt goed gemengd met perchloraat. De 3,8 gram olie wordt in 28 gram (= 39 mL) wasbenzine opgelost, gemengd met benzoaat in een plastic zak met sluiting en daarna met perchloraat beetje bij beetje gekneed tot een egale rode massa is verkregen. Vervolgens wordt de massa gekorreld via een grove zeef van 1 mm maaswijdte door de zak binnenstebuiten te keren en de massa met de vingers (in een lederen handschoen) door de zeef te drukken. Daarna  worden de korrels gedroogd in de buitenlucht of goed geventileerde ruimte. 


Ondergetekende heeft eens een goed functionerende commerciële 1.4G fluiter opengemaakt, en wat bleek? De pyrotechnische samenstelling was slecht gemengd en nauwelijks geperst, rara hoe kan dat? Dat moet een Chinees geweest zijn die er achter kwam dat je ook zonder veel geld of moeite fluiters kunt maken, en hij zal zijn bevindingen echt niet publiceren. De minimale dichtheid voor een werkende fluitsas is 1,2 g/cm3 en hetgeen gauw is bereikt door slechts licht met de hand aan te drukken. De oxidator mag ook grover zijn dan de benzoaat in korrelgrootte.
Wat een verschil met de constante hoge kwaliteit van de Duitse 15 mm Zink 'Knatter' patronen. Bij deze patronen wordt een weinig buskruit aan het oppervlak hydraulisch geperst in een goed passende mal - men ziet dat het karton ter plaatse is opgebold door de druk, omdat het gladde oppervlak soms geen vlam wil vatten. Bij een hoge dichtheid van 2,2 g/cm3 en hoger wordt de lading 'dood geperst', een verschijnsel van druk-desensibilisatie, en de sas (of het explosief) vat geen vlam meer. Dit verschijnsel is nauwelijks onderzocht in de pyrotechniek, doch wel in de explosievenindustrie (klik hier).

Heel bijzonder was de bijdrage van de Turkse apotheker Dr. Selcuk Öztap in 'Pyrotechnic whistles and applications' (Pyrotechnica XI 1987 and XIII 1990) waarin hij een nieuwe kijk gaf op fluitend vuurwerk ontwerpen (klik hier). Overigens dateren veel van zijn gegevens uit de jaren '60 en '70, dus was hij ons ver vooruit en Lancaster en Shimizu te slim af. Öztap wist het gevaar van de sassen enigszins te beteugelen door vaseline, paraffineolie of wonderolie en een katalysator toe te voegen.

Hetgeen doet denken aan hoe de Chinezen Armstrong's mixture (klik hier) wisten te temmen in plastic speelgoed slaghoedjes. Dat deden ze gewoon met een rubber emulsie zoals latex. Het mengsel kan alleen veilig in de 'natte methode' worden verwerkt, dus met water of een andere vloeistof. In een 'latex jasje' is het mengsel opgedroogd ongevoelig voor wrijving, maar explodeert pas met een flinke slag van een (pistool)hamer. 

Maar eerlijk gezegd doen de fluitsassen het beter in geluidskwaliteit zonder al deze onnodige toevoegingen van olie of vaseline. Op een of andere manier verstoren ze het gewenste effect van de schelle fluittonen en het reactiemechanisme, en een toevoeging zou werkelijk absoluut minimaal moeten zijn omdat ze aan het effect maar dan ook niets bijdragen, integendeel. In sommige sassen zit zoveel vaseline, dat je bijna zou gaan denken dat men een vaseline-fluiter heeft ontdekt. Onzin natuurlijk.
Het is belangrijker dat benzoaat qua korrelgrootte fijner is dan die van de oxidator.
Zo werd met succes in een stevige kartonnen huls met een binnendiameter van 25 mm, buitendiameter 35 mm en een lengte van 75 mm, een mengsel van perchloraat en natriumbenzoaat in 70:30 gewichtsverhouding geperst tot een dichtheid van 2,0 g/cm3 met een ouderwetse slingerpers van 5 ton. (
Doe dit achter een stevige plaat polycarbonaat zolang er wordt geperst.) Het totaalgewicht aan sas was 30 gram en de hoogte van de kolom sas in de huls werd iets meer dan 30 mm.

Deze gewichtsverhouding is zeer brandstofrijk, daar de stoichiometrische verhouding eerder 80:20 zou moeten zijn (zie tabel 'oxygen balance'). 
Maar deze brengt veel minder geluid op (zie de tabel) en twee keer minder volume aan gasvorming! 
Hoewel deze grote maat 'gillende keukenmeid' op een houten voetstuk was vastgelijmd met de uitlaat recht omhoog, koos de keukenmeid met een schrikbarend hard schreeuwend geluid van meer dan 125 dB(A) op 2 meter afstand in een onregelmatige baan het luchtruim en de hele straat werd oranje verlicht door de Na-atomen.
Het oppervlak van de geperste massa was niet vlak maar concaaf met een kleine centrale conische holte van 10 mm diep (zie tekening), zodat niet alleen het geluid van karakter veranderde in een schrille felle fluittoon, maar onbedoeld ook de voortstuwingkracht aanmerkelijk werd vergroot.

Natuurlijk is het mogelijk van dit type luchthuilers een vuurpijl of raketmotor te maken, en ze zijn dan heel wat krachtiger (en helaas onberekenbaarder) dan die met buskruit, maar jammer is dat deze vuurpijl snel geluidsvolume verliest vanwege de toenemende hoogte, hetgeen minder spectaculair is en eigenlijk zonde van al het werk.
In een stuk draaiend of statisch vuurwerk zou het geluidseffect wel goed van pas komen, maar pas op dat het vonkeffect niet gemengd wordt met de fluitsas. Zelfs in gewoon buskruit is titaan spons of metaalvijlsel brandgevaarlijk door wrijving van de metaaldeeltjes! 

Een variatie op deze pijl is de combinatie van een fluitsas met een pyrotechnisch strobe effect in de verbrandingskamer, de zogenaamde 'strobe rocket' (zie de tekening hieronder). De vuurpijl maakt een bijzonder geluid, een hard klapperend pulserende straalmotor lawaai als dat van een V1 motor uit de 2e W.O. Het groen Visco lont is dwars aangebracht door een gaatje in de wand en niet in de lengte geplaatst in 'de ziel' omdat dit vaak leidt tot een explosie. Dit is echter niet een project voor beginners.

Er lijkt bij de fluitsas een bijzonder reactiemechanisme te zijn dat niet direct afhangt van de volledige verbranding, maar eerder gebruik maakt van de stoichiometrische verbrandingsenergie om de overmaat aan benzoaat om te zetten in kleinere brandbare moleculen. Daar er onvoldoende zuurstof aanwezig is van de sas, moet dit aangetrokken worden vanuit de instromende lucht om de kleinere brandbare moleculen te laten ontbranden? Er bestaat wel een optimale gewichtsverhouding ten opzichte van de luidheid of geluidsdruk (dB) van het geluid. Maar de maximale gasopbrengst levert niet de meeste dB's op (zie tabel). 

De eerste fluitsassen waren van een Fransman op basis van kaliumpicraat reeds in 1888 tijdens een vuurwerkshow. De fluiters lieten een zwarte koolstof rookstaart achter en in Nederland werden ze 'gillende keukenmeiden'  genoemd. Tientallen jaren lang werden ze geproduceerd door de Duitse Nico-Pyrotechnik in een kenmerkend geel kartonnen kokertje met een paars papiertje waarmee een zwart buskruit lont was bevestigd (Visco bestond toen nog niet, foto Vuurwerkmuseum.nl). Het is geen geheim dat veel vuurwerk toen uit Duitsland kwam, voordat de Chinezen de markt veroverden.

Er zijn mensen die het geluid van de kleine standaard luchthuilers vervelend gejammer vinden, maar dan hebben ze nog nooit de grote kalibers gehoord en die ook nooit in shows worden vertoond. Simpelweg omdat ze nergens te koop zijn. Die schreeuwen het uit maar op de video komen de effecten niet spectaculair over vanwege de slechte geluidskwaliteit van de opname- en/of de weergaveapparatuur. Door de hoeveelheid decibellen slaat het elektronisch systeem dicht dat daar niet op is berekend.

Geen belangrijke pyrotechnische boekwerken zijn in de 21e eeuw verschenen en het lijkt erop dat alles aan belang in Oost en West in de 20e eeuw werd gepubliceerd. Wel zijn er de 'periodicals', zoals de Journal of Pyrotechnics die tegenwoordig alleen nog digitaal wordt uitgegeven. 
The Encyclopedic Dictionary of Pyrotechnics (and Related Subjects) is een 3-delige uitgave van The Journal of Pyrotechnics en is een uitstekend naslagwerk van Ken en Bonnie Kosanke digitaal verkrijgbaar (klik hier voor een oud voorbeeld). 
 
Voor amateurs is er het boek van Lloyd Sponenburgh over kogelmolens. Sponenburgh maakt gebruik van zelfgemaakte PVC molens. Dit materiaal wordt veel gebruikt omdat het goedkoop is, makkelijk verlijmbaar en overal verkrijgbaar, maar PVC is gevaarlijk bij een explosie omdat het scherven vormt, of dat nu een kogelmolen is (klik hier), een zogenaamde 'spud gun' of een mortierbuis. Bij de kogelmolen raakt PVC ook makkelijk elektrostatisch opgeladen, dus geen aanrader.
De PVC buizen verkrijgbaar bij de gewone doe-het-zelf handel zijn in de binnenwand van 'geschuimd' PVC gemaakt, wat ze lichter maakt, makkelijker verwerkbaar maar ook veel zwakker. Niet veel mensen hebben deze vorm van bedrog ontdekt, of ze vinden het niet belangrijk, maar kijk maar eens goed. Het echte volkern PVC buis is alleen bij de groothandel verkrijgbaar.
Kogelmolens van hout of hard rubber zijn veel veiliger.  ABS drukbuis (Acrylonitril-Butadieen-Styreen) is tevens verlijmbaar met oplosmiddelen als dichloormethaan of methylethylketon (MEK). Helaas is ABS ook alleen verkrijgbaar bij de groothandel of de producenten als Vink en Eriks. Gemeenschappelijk inkopen lijkt een goede oplossing.

Een veilige en betaalbare oplossing om een kogelmolen te maken, is gebruik te maken van ronde HDPE flessen op een 'roller bar' met motor. HDPE is vaak glad, maar met wat elastieken rubber banden hebben ze meer grip en houvast.
Voor een mortierbuis of een spud gun (aardappelkanon) is het chemisch stabiele kunststof drukbuis van polyethyleen ook heel bruikbaar (HDPE of Hoge Dichtheid Polyethyleen). Het is moeilijker verkrijgbaar en niet verlijmbaar, maar het splintert niet bij een explosie.
Af en toe vindt men bruikbare stukken HDPE gratis bij opgravingen en wegwerkzaamheden voor het leggen van nieuwe HDPE leidingsystemen
. Ze zijn dikwandig en zijn gitzwart, of hebben de kleur fel geel of oranje, je kunt ze uit de verte al zien liggen. Een afdichting wordt meestal van hout gemaakt. HDPE is ook zeer geschikt voor het carbidschieten (klik hier).

Er zijn tal van websites voor de pyrotechniek (klik hier) (klik hier), maar niet alle zijn even deskundig. Er wordt helaas een hoop onzin geschreven, een groot negatief effect van het internet, want elke boerenlul kan zijn drek spuien en elke drol kan zich deskundig wanen en zijn leugens verspreiden met nepnieuws of gelul via de sociale media of een discussiegroep. De meeste informatie via de Nederlandstalige Wikipedia is ronduit slecht - dus ook voor het gebruik op school, beter is de Engelstalige versie vanwege het veel grotere taalgebied aan deskundigheid in de wereld. Tegenwoordig is het mode om een vraag te stellen via AI oftewel Artificial Intelligence, of zelfs werkstukken te laten maken of teksten te schrijven, maar weet wel dat de meest geavanceerde AI systemen de meest domme fouten maken met simpele middelbare school opdrachten in de natuurwetenschappen. Dus wanneer je tegenover je leraar of een collega niet voor lul wilt staan of als bedrieger bekend wilt worden, gebruik deze systemen niet want ze maken vooral gebruik van Wikipedia waar heel veel fouten in staan.


De vrije democratische wereld is veranderd in de 21e eeuw na de terroristische aanslagen in New York op 11 september 2001 en de handel in chemische stoffen werd  aan banden gelegd 
- ook door de synthetische drugsproblematiek. Pech voor alle serieuze hobbyisten, die worden nu geheel ten onrechte voor potentiële terroristen of 'runners' van een drugslab aangezien. Hoe belangrijk echter thuis experimenteren is voor kinderen bewees o.a. de Nobelprijs natuurkundelaureaat Douglas Osheroff. Thuis voerde hij experimenten uit die vaak eindigden in zowel vuur als explosies (klik hier). Toen hij aan de Cornell University studeerde, ging hij zich verdiepen in de lagetemperatuurfysica. Osheroff ontving in 1996 de Nobelprijs voor natuurkunde voor de ontdekking van superfluïditeit in helium-3. Intellectuele kinderen hebben alle ruimte nodig om zich te ontwikkelen, ook wanneer ze hun vingers kunnen branden.

Buskruit – een ruim duizend jaar oude Chinese toevallige vinding, werd sinds de late middeleeuwen ook in Europa vervaardigd. Voornamelijk was dat kruit voor oorlogvoering bedoeld en een zeer klein deel was bestemd voor feestvuurwerk. Alleen al in en rondom Amsterdam waren zeker 13 buskruitmolens, aangedreven door paardenkracht (rosmolens) met een gezamenlijke wekelijke opbrengst van 48.000 kg! Er werd goed geld verdiend met buskruit tijdens oorlogen, ook voor de export, maar in tijden van vrede moesten er buskruitmolens (destijds ook wel 'poeiermolens' genoemd) worden gesloten.

In het buitenland werd wegens de vaak aanwezige hoogteverschillen, van waterkracht gebruik gemaakt (in De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden ook in Valkenburg). Dat was goedkoper en veiliger voor mens en dier.
Het gebruik van windmolens is erg ongemakkelijk doordat er altijd veel wind moet zijn voor het opwekken van voldoende energie en daar kan een oorlog niet op zitten wachten.

Er zijn diverse methoden om buskruit te bereiden en er zijn ook verschillen in samenstelling. Een gangbare scheikundige vergelijking - en die zeker niet juist is omdat er veel meer verbrandingsproducten worden gevormd (zie tabel), is deze:


12 KNO3 + 13 + 4 S  →  2 K2CO3 + 3 K2SO4 +  K2+ 7 CO2 + 6 N2 + 4 CO 

De stoichiometrische gewichtsverhouding bij de bovenstaande reactievergelijking voor buskruit komt overeen met 81/10/9 in plaats van de gangbare gewichtsverhouding 75/15/10 voor kaliumnitraat, houtskool en zwavel. Daaruit blijkt dat de verhouding 75/15/10 iets meer brandstof bevat, hetgeen ook zichtbaar is in de tabel voor de verbrandingsproducten. Vaak blijkt een kleine overmaat aan brandstof in een pyrotechnisch mengsel of sas een gunstig effect te hebben op de eigenschappen. Eén van de redenen is dat er minder ongebruikte oxidator achterblijft (zie tabel), maar ook wordt een deel van de verbrandingswarmte beter benut door bepaalde vaste stoffen in de gasfase te brengen -  zoals K2 bij een kookpunt van 912 graden C. 

Daarnaast is het zo dat houtskool geen 100 % koolstof is maar geschreven kan worden als C7H4O en dan dus maar 81 % koolstof bevat. De 15 % houtskool in buskruit zou dan in werkelijkheid ongeveer 12 % koolstof zijn. Goede kwaliteit houtskool heeft een zeer poreus houtskelet van verkoolde lignine en cellulose netwerk (zie foto) waardoor het zeer brandbaar is, in tegenstelling tot zuiver koolstof dat niet goed werkt in buskruit omdat het organisch verkoolde materiaal – een van oorsprong natuurlijk composiet van cellulosevezels ingebed in een matrix van lignine, geheel ontbreekt als poreus materiaal.
Zuiver koolstof heeft een aaneengesloten gelaagde structuur van bijvoorbeeld grafiet. 
In andere gevallen kan een overmaat aan brandstof effectief reageren met de zuurstof uit de lucht, indien dat een gunstig resultaat geeft. Houtskool kan zeer effectief nagloeien in de lucht in de pyrotechnische kunst. Zoals magnesium en aluminium in militaire toepassingen kunnen nabranden in lucht en aldus het effect vergroten. Magnesium kan op die manier ook met stikstof uit de lucht reageren.

Bij berekening is wel duidelijk dat buskruit niet erg efficiënt is omdat 64 gewichtsprocent van de reactieproducten bestaat uit vaste stoffen in de vorm van rook en de andere 36 % bestaat uit effectieve gassen voor de benodigde bruikbare gasdruk. Volgens deze vergelijking wordt per 4 gram buskruit ongeveer 1 liter gas geproduceerd. (Vergelijk hoog genitreerd nitrocellulose, dit rookloos kruit produceert ongeveer 1 liter gas per gram.) 

De verbrandingsproducten van zwart buskruit reageren behoorlijk alkalisch in waterig milieu omdat niet alleen kaliumcarbonaat wordt gevormd, maar water hydrolyseert kaliumsulfide tot kaliumhydroxide en kaliumwaterstofsulfide.
Het waterstofsulfide dat men ruikt als rotte eieren, blijkt ook een biologisch signaalmolecuul te zijn dat een cruciale rol speelt bij fysiologische en pathologische aandoeningen. Dat geldt ook voor stoffen als stikstofmonoxide en koolmonoxide, het zijn niet alleen giftige verbrandingsproducten maar in kleine hoeveelheden spelen ze een belangrijke rol als signaalstoffen in biologische systemen (klik hier). In 1998 werd de Nobelprijs voor de Fysiologie uitgereikt aan Murad, Furchgott en Ignarro voor hun ontdekking van de biologische signaalfunctie van stikstofmonoxide.

Wel wordt duidelijk dat zwavel geen grote rol van betekenis speelt, het verlaagt slechts alleen de activeringsenergie en verhoogt niet de snelheid van de reactie.
Op blz. 66 van het boek van Shimizu verklaart hij dat zwavel als (poly)sulfide wel een passieve rol vervult in de zogenaamde 'firedust', senko hanabi en het glitter effect wanneer  hij schrijft: 'charcoal is the active material along with the burning product K2Sx , K2SO4, K2CO3   etc. in the inactive part'. In ieder geval wordt geen noemenswaardig 
SO2 gas gevormd, hetgeen door extreem-linkse sociaal-fascistische milieu-anarchisten valselijk wordt beweerd om de publieke opinie te beïnvloeden tegen vuurwerk gebruik. Klimaatfascisten van Extinction Rebellion zijn zo'n voorbeeld van terreur-communisten die de maatschappij willen ontwrichten om op ondemocratisch wijze hun zin door te drijven. Het zou een hoop CO2  uitstoot schelen wanneer ze zouden ophouden met ademhalen.

Professionals bereid(d)en buskruit met de kollergang molen (klik hier) in een kuip met zogenaamde rollende kantstenen – de walsen en bak raken elkaar NIET en het kruit wordt altijd nat gehouden gedurende het proces.
Voor serieuze amateurs is dat ondoenlijk en daarom maken ze vaak gebruik van kleine kogelmolens voor het innig mengen en verkleinen van de componenten. Om dit veiliger te doen kan aan het mengsel 50 gewichts-% aan hoogwaardig ethanol of anders iso-propanol worden toegevoegd - dat later aan de lucht moet verdampen. Dus geen water toevoegen waarin het nitraat zich weer oplost en uitkristalliseert. Welke methode men ook kiest, begin altijd in het klein want 4 gram buskruit produceert 1 liter heet gas waar men zich lelijk aan kan branden. De molen moet 'waterdicht' zijn, vandaar de voorkeur voor de 'rock tumbler'.


Het maken van grote hoeveelheden buskruit is gevaarlijk en regelmatig gingen professionele installaties de lucht in (zie Thermal Hazards from the Accidental Ignition of Pyrotechnic Compositions). Dit kwam vaak door mechanische vonkvorming of statische elektriciteit - dus ook door blikseminslag. Of er gebeurde een ongeluk bij vervoer en opslag, zoals de Delftse donderslag van 1654 (klik hier) of de Leidse buskruitramp van 1807 (klik hier).

Andere pyrotechnische samenstellingen zijn vaak gevoelig voor wrijving, slag of vonken, of door de invloed van vocht kan ook brand ontstaan met name bij magnesium, titaan spons maar ook ijzervijlsel wanneer de metalen niet door passivering zijn behandeld met een coating (klik hier). Immers komt ook bij langzame oxidatie warmte vrij. Het fijnmalen van aluminium, magnesium of titaan in een kogelmolen is dan ook een hachelijke onderneming, daar de inhoud in brand vliegt zodra de molen wordt geopend. Dit komt omdat de beschermende oxidehuid is verdwenen en het metaal direct reageert met de zuurstof uit de lucht.

Buskruit werd vroeger vaak opgeslagen in hoge torens zodat men er moeilijk bij kon komen. Toen men blikseminslag ging begrijpen als natuurkundig fenomeen, werden echter eerst kastelen en kerktorens beveiligd met bliksemafleiding (klik hier)! 

Amateurs maken tevens fouten ook al houden ze het klein, en het is dus belangrijk om eerst veel te lezen en alle wijze raadgeving op te volgen. En wanneer men het niet begrijpt of niet wilt begrijpen, zichzelf vooral te onthouden van elke experimentele handeling!

maandag 20 mei 2024


Buskruit: de geschiedenis, de techniek en andere geheimen (dl 2)

(klik door naar dl 1)

Buskruitmakers in de lage landen, van verleden tot heden

Het bezit van buskruit of pyrotechnische mengsels is in Nederland anno 2024 niet verboden zolang het onderdeel uitmaakt van vuurwerk. Mag men per auto en per woning 25 kg vervoeren en in bezit hebben, dan geldt voor consumentenvuurwerk van gevarenklasse 1.4G een gewichtspercentage aan kruit van ongeveer 10 %. Dat wil zeggen dat 2,5 kg kruit vrij in bezit mag zijn in Nederland! Van deze hoeveelheid bestaat ongeveer 500 gram uit buskruit. De rest is 22,5 kg klei, hout, plastic en heel veel papier en karton. 't Is maar dat men het weet, er zit weinig lading in en door de grote verpakkingen is het meeste ook nog eens lucht!

Pyrotechnische mengsels zelf maken van welke soort dan ook, is echter verboden zolang het niet experimenteel kleinschalig is. Dit is vanwege het gevaar voor zichzelf en de omgeving, maar in eerste instantie was dat wettelijk verbod bedoeld om elke politieke tegenstand te onderdrukken. Opstandelingen mochten niet over buskruit beschikken om de huidige regent(en) omver te werpen! Niet voor niets vieren de Britten 5 november met vuurwerk Guy Fawkes Night (klik hier), de dood van de katholieke opstandeling die met buskruit in 1605 het Britse parlement in Londen wilde opblazen. 

Overigens hebben de Britten de strenge vuurwerkwetgeving 'te danken' aan onze prins Willem III van Oranje de stadhouder (klik hier), die in 1689 koning werd in Engeland (klik hier) om de troon vooral protestants te maken en te houden. Vanaf die tijd werd vuurwerk bij de wet zeer nauwkeurig omschreven, op het absurde af werd bijvoorbeeld precies bepaald hoeveel seconden een draaiende zon mocht werken. Protestanten houden niet zo van verspilling en uiterlijk vertoon, de pracht en praal, in tegenstelling tot de katholieken in bijvoorbeeld Spanje, Italië, Malta en Mexico die het kleurrijke vuurwerk in hun geloofsbeleving met trotsheid hebben verweven bij de verering van hun heiligen! Advies: ga daar zelf eens kijken wie er gelijk heeft.
In de tekst op de Britse koninklijke website staat letterlijk: "De uitsluiting van Jacobus II en zijn erfgenamen werd uitgebreid tot het uitsluiten van alle rooms-katholieken van de troon, aangezien 'uit ervaring is gebleken dat het niet strookt met de veiligheid en het welzijn van dit protestantse koninkrijk om door een pauselijke prins te worden geregeerd'. In zijn kroningseed moest de Soeverein zweren dat hij de protestantse religie zou handhaven".
Pure discriminatie dus omwille van het geloof (nog wel in dezelfde God).

Gemakshalve 'wordt vergeten te vermelden' dat 'bij de uitsluiting van Jacobus' onze ome Willem met een oorlogsvloot en gehuurde koopvaardijschepen van zeker duizend vaartuigen vanuit Holland was vertrokken om de Theems op te varen, om met eventueel geweld  de natuurlijke katholieke troonopvolging in Londen te verhinderen. (Alleen 6 juni 1944 D-Day overtrof het aantal boten in Het Kanaal: 5000 boten en oorlogsschepen.) Einde van de Stuart dynastie, de familie vluchtte naar Frankrijk.

Het eigenaardige is dat de Britten het nooit hebben over de Hollandse koning Willem III, en al evenmin aan de grote klok hangen dat de huidige koninklijke familie van Duitse afkomst is (bijna alle koningshuizen in Europa zijn van Duitse afkomst). Sinds de Brexit zijn het weer echte teruggetrokken eilandbewoners, maar de Engelse taal wordt tot het West-Germaans gerekend en het woord Engels of Angelsaksisch komt van de Duitse Angelsaksen. Dat waren Germaanse stammen die in de 5e eeuw vanuit het Noord-Duitse grondgebied naar het Britse eiland verhuisden en daar koninkrijkjes vormden. Aldus is de Engelse taal een mengselmoes van verschillende moedertalen en zo is ook het Engelse bloed een mengelmoes van culturen. Toch is de Engelse cultuur anno 2024 nog steeds een van rangen en (adel)standen, 'kouwe kak' en een beetje achterlijk zo lang na de vergane Britse glorie van wereldoverheersing. 

In de lage landen zijn alle professionele buskruitfabrikanten verdwenen sinds de 19e eeuw en sommige bouwden de fabriek om voor het maken van rookloos kruit in de 20e eeuw.
Veelal werden buskruitmolens gedwongen te stoppen omdat de gemeentes door huizenbouw de molens hadden ingesloten en het te gevaarlijk werd geacht ze draaiende te houden. Maar wie was daar het eerst? Want oorspronkelijk stonden de buskruitmolens ver van de bewoonde omgeving.

Rond 1846 werd buskruit geleidelijk vervangen door rookloos kruit of nitrocellulose (NC), al of niet gemengd met nitroglycerine (NG double-base), dat veel meer gas produceerde bij de verbranding. Het duurde echter nog 45 jaar voordat men het instabiele nitrocellulose (of eigenlijk cellulosenitraat) door toevoegingen had gestabiliseerd. Want NC vervalt langzaam door zuurvorming (stikstofoxiden) en wordt de ontleding gekatalyseerd door de eigen afbraakproducten - hetgeen ook brand kan veroorzaken. Daarnaast speelt statische elektriciteit een gevaar tijdens het productieproces (klik hier).
Ondanks de toevoeging van chemische stabilisatoren, heeft het moderne rookloos kruit een beperkte houdbaarheid. Bij 'double base' verdampt de nitroglycerine. Door de militairen van alle landen moeten door veroudering van munitie door beperkte houdbaarheid om de zoveel jaren gigantische hoeveelheden oude munitie worden vernietigd. Dat gaat vaak nog heel onprofessioneel in een gegraven kuil in de open lucht 
(klik hier), gepaard gaand met de nodige ongelukken (klik hier) (klik hier)

Hoeveel serieuze amateurs er zijn is onbekend, maar het moeten er vele duizenden zijn over de hele wereld. Ook in de 18e eeuw waren ze er al en de kwajongens onder hen werden officieel aangesproken (zie de aankondiging uit 1732 aldus de gemeente Gouda). De stad waarschuwde haar inwoners met dit pamflet tegen het schieten, aansteken en werpen van 'duyveltjes, klakkebossen en voetsoekers op de publyque straten'. Dat zullen jongelui geweest zijn. Meestal gold dat tijdens een feestelijke gebeurtenis waarbij er veel volk op de straat was (hetgeen af te leiden is van andere pamfletten (klik hier)).

De klakkebosse was in het Vlaams een proppeschieter van vlierhout die niets met buskruit te maken had, maar kennelijk wel als
hinderlijk werd ervaren (klik hier). Twee nat gekauwde proppen van vlashaar en waarvan één werd verschoten die vaak bleef plakken op het doel. Het andere deel van de proppeschieter had een lange passende metalen spijker en wanneer daar een harde klap op werd gegeven, schoot de voorste vlasprop met een knal uit de holle buis (zie foto hieronder). Er moesten dus twee vlasproppen in om de goede afdichting te garanderen.
De moderne versie op school is de holle plastic stift van een BIC pen en een propje van zacht gekauwd papier. Gooien met natte proppen Wc-papier is ook een leuke variatie, die blijven overal plakken, vooral op het plafond en op het raam of de muur (de h
atseflats souvlaki).
Wat de waarschuwing strafrechtelijk betekende, is hier volstrekt onduidelijk, in tegenstelling tot andere pamfletten waar wel een strafmaat werd gesteld (een flinke geldboete of zelfs gevangenisstraf: water en brood). 
Het verbod gold voor publiek terrein, dus niet privaat.  Vuurwerkenthousiasten en hobbyisten zijn van alle tijden en destijds was het buskruit kennelijk vrij makkelijk te verkrijgen. Volgens oude geschriften was dat soort vuurwerk vooral huisvlijt (zoals dat ook in China en India het geval was maar daar op veel grotere schaal).

Nu blijkt in de praktijk de speciale kleine hobby molen om te mengen en te malen redelijk veilig te zijn, mits men de nodige veiligheidsmaatregelen in acht neemt. Men kan zelf een kogelmolen fabriceren of nog makkelijker, eentje kopen. Zo zijn er de zogenaamde 'stone tumblers' waar halfedelstenen mee gepolijst worden. De molen trommels zijn meestal van stevig autobandenrubber gemaakt en doet men daar ronde loden of messing kogels in, dan is daar een maalmolen.
Hoewel de 'stone tumblers' lekvrij zijn en water en zelfs alcohol kunnen bevatten, is de pakking toch niet zo dicht genoeg dat hele fijne 'air float' houtskool toch door de kieren komt. Men dient dan met 'masking tape' of ander afplaktape de naden nog eens goed af te plakken alvorens te gaan malen.

Het is echter van groot belang geen ander materiaal te gebruiken, omdat dit vonken kan veroorzaken. Vooral dus geen stenen of staal gebruiken! En van nog groter belang is dat voor buskruit alleen zuiver zwavel, houtskool en kaliumnitraat (salpeter) wordt gebruikt en werkelijk NIETS anders in de trommel komt (behalve een bindmiddel). Daarnaast dient men rekenschap te houden met statische elektriciteit en die vormt zich makkelijker in koude droge lucht. De relatieve vochtigheid dient minstens boven de 50 % te zijn. Dat betekent dus gedurende de wintermaanden NIET te trommelen.

De gespecialiseerde literatuur vermeldt verder hoe vlug een molen moet draaien om efficiënt te zijn. Een goed boek dat gratis verkrijgbaar is, is geschreven door Ian von Maltitz (klik hier). Een goede raad is dit boek van A tot Z te lezen om op de hoogte te geraken van alle valkuilen. De onderstaande gegevens zijn in de geest van het boek opgemaakt.

De bekende Amerikaanse 'stone tumbler' van Lortone is goed maar relatief duur (klik hier), goedkoper zijn de molens van HBM (klik hier), een Nederlands bedrijf. 
Via AliExpress is de kleinere 'Rock Tumbler' te koop (geef aan dat een 220 volt stekker is gewenst) die op 12 volt gelijkstroom werkt - met een kunststof onderstel en 'roller bars', prijs inclusief vervoer uit China (klik hier). Deze tumblers zijn geschikt voor niet meer lading dan 100 gram buskruit per keer, maar meer moet dat ook beslist niet zijn.

Kost de eenvoudigste Lortone trommelmachine 180 euro, de HBM kost 100 euro minder oftewel 80 euro. En het 12 volt type via AliExpress kost ongeveer de helft daarvan tussen de 40 en 45 euro en is daarmee de goedkoopste trommelmachine (zoek een goede prijs uit, er zijn genoeg concurrenten).
De stroomkosten voor de Lortone en HBM die beide op 220 volt werken, zijn minstens drie keer zo hoog vergeleken met het 12 volt exemplaar berekend in kWh. Behalve het motor wattage beïnvloedt de massa van de trommel met inhoud de hoogte van de stroomkosten. De kleinere trommel van de 12 volt molen meet inwendig 540 mL en de anderen hebben een inhoud van ongeveer 860 mL.

De gebruiksaanwijzing van het AliExpress exemplaar laat weten dat de 12 volt motor niet meer kan aandrijven dan 450 gram aan totaalgewicht. Maar onderzoek wijst uit dat de motor best een maximum van 1,5 kg aankan aan massa, en urenlang vlotte rondjes kan draaien van slechts 10 watt per uur (1 kWh kost gemiddeld 40 eurocent). De trommel wordt dan half gevuld met 14 mm loodkogels, dat zijn ongeveer 65 stuks. Met een nog zwaarder gewicht wordt het wel een probleem om de massa met regelmaat te laten ronddraaien met zo'n kleine motor. De motor gaat dan mogelijk kapot. Naar mate het maalsel fijner wordt, wordt ook de weerstand minder. Zo daalt de afgenomen energie van 10,4 Wh na drie uur naar 8 Wh.

Het storende geluid van de rollende kogels is te dempen door de molen op twee lagen geperst polyether schuim te plaatsen (klik hier) en de tumbler in een gesloten houten kist met klep of een kartonnen doos te laten draaien. De 12 volt motor wordt nauwelijks warm, ondanks de uren arbeid. Wonderbaarlijk sterk en zuinig is deze kleine 12 volt motor, maar weet dus de beperkingen!

Messing kogels zijn te bekomen via bijvoorbeeld AliExpress. En de loden kogels zijn te koop via het internet bij de wapenhandel voor zwart kruit wapens. Een diameter van ongeveer 14 mm is gangbaar, groter heeft de wapenhandel toch niet. Ronde loodkogels of 'looie detten' zijn vrij te koop, net als dak-lood waarmee men zelf kogels zou kunnen gieten van vloeibaar lood.
Het duurt ongeveer 4 tot 5 uur voordat er goed is fijn gemaald, langer heeft geen zin.

Kosten chemische stoffen in grote partijen van duizenden kg vaak slechts 1 euro of minder per kg, de kleine man zal de hoofdprijs moeten betalen. Zoals zuiver salpeter in kleine hoeveelheden ongeveer 10 euro per kg zal kosten, zwavel  6 euro per kg en dan kost goede kwaliteit houtskool 4 euro per kg. De kosten voor de gewichtsverhouding 75/15/10 voor respectievelijk salpeter, houtskool en zwavel zijn dan dus ongeveer 87 eurocent per 100 gram. Vijf uur draaien kost 2 eurocent aan stroom met de 12 volt trommel. De afschrijving op dezelfde tumbler, uitgaande dat hij zeker 5000 uur meegaat wanneer hij niet wordt overladen, is ongeveer 5 eurocent.

De messing kogels zijn zeer prijzig maar ze zijn haast onverslijtbaar. De loden kogels zijn meer betaalbaar en ondanks het zachte metaal vormt zich een hardere buitenlaag. De Hornady kaliber .535 (13,6 mm doorsnede) loden rondkogels kosten per 100 stuks 35 euro. Gaan ze ook 5000 uur mee, dan zijn de kosten voor 5 uur malen 4 eurocent aan afschrijving voor de slijtage. De totaalkosten voor 100 gram buskruit zijn dan 0,98 euro. 

Van belang is natuurlijk de zuiverheid van de chemicaliën, maar vooral heel belangrijk is het type houtsoort voor de te bereiden houtskool. Dit is werkelijk het grootste geheim van de smid en wordt meestal volledig onderschat door de debutant!
Een goede kwaliteit buskruit, daar kon vroeger een oorlog mee worden gewonnen of verloren, want niet elke buskruitmolen maakte dezelfde hoge kwaliteit! Er werd nogal wat geknoeid, terwijl de goede buskruitmolen ook een eigen wilgenbos had om een zuiver wilgenhoutskool te bereiden.

Buskruit is geen simpel mengsel van drie stoffen, het duurt een tijd en kost moeite om de beste eigenschappen te verkrijgen door de juiste methoden te kiezen en innig te mengen. Eén van de andere geheimen betreft dat kaliumnitraat door oplossen in een kleine hoeveelheid water (75 gram in 40 mL heet water) al roerend wordt opgezogen in 15 gram poedervormig poreuze wilgenhoutskool. Waarna via een grove zeef en een houten lepel door drukken tegen het gaas van het mengsel, korrels worden gevormd in een afwasteil en snelle droging plaatsvindt (controleer het totale drooggewicht na een paar dagen drogen). Droog niet op papier want dan verdwijnt een deel van het nitraat!

Daarna worden de gedroogde korrels fijngemalen met toevoeging van 10 gram zwavel en
 1 gram dextrine (of anders crackfree (klik hier) rijststijfsel). Na minimaal twee tot drie uur in de kogelmolen wordt het fijne poeder van de maalkogels gescheiden in een plastic vergiet in de afwasteil (doe dit met een schone droge afwasborstel door deze rond te draaien in het vergiet). Daarna wordt het poeder in de afwasteil met wat water licht bevochtigd tot het dof zwart en plakkerig wordt - maar beslist niet nat, waarna de klonten weer in de grove zeef gaan en met de houten lepel worden gekorreld en in de afwasteil worden gedroogd (NOOIT metaal tegen metaal wrijven!). 

Het bereiden van een kleine hoeveelheid buskruit gebeurt vaak in een kelder, op zolder of in een schuur, zelden in de tuin. Werken in een badkamer of doucheruimte heeft het voordeel dat de luchtvochtigheid zelf kan worden geregeld door eerst de hete douche aan te zetten voor voldoende stoom en vochtige lucht. Als het goed is, is alles geaard in een badkamer, zodat statische elektriciteit wordt afgevoerd via de vochtige lucht. 
De zwarte roetneerslag die ontstaat kan makkelijk worden weggespoeld en de spullen worden gereinigd. In noodgeval van vuur kan met de douche worden geblust en men kan zelf onder het water gaan staan. Door de betegeling kan vuur zich niet makkelijk verspreiden. 
Dit is volgens de Japanse kleinschalige methode of basurūmu no hōhō, バスルームの方法 of zonder Chinese tekens プッツのバスルームメソッド.

Naast deze ene methode zijn er nog vele andere wegen die naar Rome leiden en die in de literatuur te vinden zijn. De raad is in ieder geval op te passen voor open vuur en vonken, die ook door statische elektriciteit kunnen worden gevormd (de minimale luchtvochtigheid moet hoger zijn dan 50%). Buskruit is een van de veiligste pyrotechnische samenstellingen om mee te werken wat betreft gevoeligheid op voortijdige ontbranding, maar wees altijd voorbereid op ongelukken (klik hier). 

Houd de hoeveelheid mengsel zo klein mogelijk. In de tekening is aangegeven hoe groot de halve vuurbal kan worden bij plotseling brand vattend buskruit met een bepaalde massa (klik hier). Bij 100 gram buskruit is de doorsnede van de gehele vuurbal 2 x 0,8 meter (straal) = 1,6 m diameter
heet gasvolume (klik hier)  van 25 liter (1 liter gas per 4 gram). Dat betekent dat men reeds bij 100 gram geheel omgeven wordt door een plotselinge hittegolf van zo'n 1125 graden C (zie de grafiek hieronder, de oxidator is kaliumnitraat). Weliswaar duurt deze golf maar 70 milliseconde, maar de afkoeling duurt 1,6 seconde. Dat is voldoende straling voor tweede- en derdegraads verbrandingen bij een onbeschermde huid - zeker wanneer de hitte niet weg kan door een te kleine ruimte. Alles wat dan makkelijk kan branden vat vlam en verergert de omstandigheden. Een snelle vluchtweg is dan ook een 'must'.

Voor de persoonlijke veiligheid zijn dan van groot belang om op zijn minst een volledige gelaatsbescherming van polycarbonaat te dragen, katoenen, wollen (al kan dat kunststof statisch opladen) of lederen beschermkleding, lederen (werk)handschoenen en een volle emmer water van 10 liter direct bij de hand te hebben. Deze uitgaven hoeven niet meer te kosten dan 100 euro, en dan gaat het niet eens om een echt professionele aanpak. Hoewel velen de neiging hebben alleen te werken, is het voor de veiligheid beter wanneer er een tweede persoon aanwezig is, op een veilige afstand met een tuinslang onder directe waterdruk. Des te sneller  verbrandingen afkoelen en de brand wordt geblust, des te beter, de eerste 5 seconden zijn cruciaal. Eerst water, de rest komt later (klik hier). Better safe than sorry.

De Amerikaanse pyrotechnische methoden worden door Von Maltitz (klik hier) en Sponenburgh beschreven.
Helaas staat in de meeste leerboeken niet wat je moet doen om je minimaal te beschermen tegen ongelukken, uitgezonderd het boek van Dr. H. Ellern, Military and Civilian Pyrotechnics.
Hiernaast is een foto te zien van de zeer gevaarlijke praktijken bij de firma Kat in Leiden (klik hier), een van de twee verdwenen vuurwerkfabrieken (en Schuurmans in Leeuwarden). De firma Kat (klik hier) produceerde minder kwalitatief vuurwerk dan Schuurmans, maar deels kwam het vuurwerk van de laatste uit Duitsland. 

'Tijdens de 2e W.O. probeerde de heer Kat de kool en de geit te sparen door zowel de bezetter als de verzetsbeweging te bedienen.’ Desalniettemin pleegde het verzet een aanslag op de vuurwerkfabriek. De opzet met de brandbommen mislukte wanneer de glazen buisjes gevuld met geconcentreerd zwavelzuur niet breken in een mengsel van chloraat en suiker, teneinde de flessen met benzine te ontsteken.
Dabroek: "Werken op de Kat vuurwerkfabriek kende het voordeel dat men in december over een flinke partij gratis vuurwerk kon beschikken. Er werd ook vooral tegen het einde van het jaar nogal veel vuurwerk mee naar huis genomen. Dat werd met oudjaar clandestien aan huis verkocht. Dan stond er bij ons (heel gevaarlijk) een doos vuurwerk in de gang en kwamen de jongens uit de buurt: 'Dabroek, hebbie nog bomme'."

De heer Dabroek jr. vertelt: "Zover ik van mijn vader heb gehoord waren de veiligheidsmaatregelen niet om over naar huis te schrijven. Voordat de Arbeidsinspectie kwam, kreeg directeur Kat eerst een anonieme tip. Dan werd in allerijl veiligheidsgereedschap uitgedeeld. Zodra de ambtenaren vertrokken waren, werd alles weer ingenomen." En: 'Zo kostte een explosie op 5 augustus 1930 het leven aan de werkman Adrianus Schouten. In een brief van de heer Eyken, commandant van het 'Korps geleiders ontplofbare stoffen' aan het gemeentebestuur van Leiden wordt 'de koude manier [gemeld] waarop A.J. Kat de verantwoording voor het ongeval van zich af schuift'. Volgens de dagvaarding ontbraken zelfs verbandmiddelen, waaronder brandwondenverband!' Tijdens het politieverhoor bleek 'dat collega’s de van top tot teen met brandwonden overdekte Schouten met lijnolie insmeerden, maar helaas zonder resultaat'.
Voor het Leidsch Dagblad van 7 augustus 1930 vormde het droevige ongeval (van Schouten) voorpaginanieuws. Uit de rouwadvertentie blijkt dat het slachtoffer 31 jaar oud was, gehuwd met C.W. Zaal. In hun woning op Oude Singel 156 bleef zij achter met drie kinderen, Mientje, Gonny en Corrie.

Wie zou denken dat illegale verkoop vanuit een vuurwerkbedrijf verleden tijd is, komt bedrogen uit. SE Fireworks in Enschede, de ontplofte vuurwerkfabriek - waar wel degelijk zwaar 1.3G vuurwerk werd gemaakt zonder vergunning, verkocht vuurwerk illegaal of gaf dat gratis weg aan de brandweer zodat ze een oogje zouden dichtknijpen vanwege de veiligheids- en milieu-overtredingen.
Maar er zijn nog veel meer bestaande bedrijven, waarvan o.a. Van Westen Vuurwerk BV die een van zijn werknemers (Elvis genoemd in verband met zijn bizarre jumpsuit outfit en nep-gouden kettingen, maar zijn naam is Chris Westphal (Westfaal)) zwaar vuurwerk liet verkopen om anderen in diskrediet te brengen. Elvis had zwaar professioneel 1.3G thuis liggen onder het bedje verborgen van zijn kleine kind om dat illegaal te verkopen en een leuke bijverdienste te hebben. Hoe gek en asociaal kun je zijn? Chris Westphal ging altijd naar Thailand om zich seksueel oraal te laten bevredigen door minderjarige meisjes, wat wel meer gestoorde pedofiele viespeuken doen vanuit Nederland. 
Van Westen Vuurwerk in Twello deugde natuurlijk ook niet, want hij wist van dit alles. Hij schijnt zelfs dynamiet in bezit te hebben gehad terwijl hij geen vergunning heeft voor massa-explosief materiaal van de 1.1 gevarenklasse (klik hier). Wederom een aanwijzing dat de controlerende organen voor geen cent deugen, inclusief de politiedienst Gevaarlijke stoffen niet. Ook die houd je kennelijk tevreden door ze een paar gratis vuurpijlen in de reet te steken!

Dat gebrek is 
aan veiligheidsmaatregelen is niet alleen te vinden in de boeken, maar bij bijna alle natuurwetenschappelijke opleidingen wordt nauwelijks voldoende aandacht besteed over het werken met gevaarlijke stoffen. En ook dus bij veel bedrijven, want je kunt op scheikunde stage bij Shell wel een Nomex jasje meekrijgen, maar dat helpt echt niet veel wanneer in die honderdduizenden liters bevattende brandstoftanks brand uitbreekt.

Ondergetekende was nog maar net van de middelbare school, of de studenten kregen bij de opleiding chemie in het eerste jaar elk een rondbodemkolf met een halve liter broom mee om 30 meter verder naar de zuurkasten te dragen. Natuurlijk struikelde er eentje en moest het lab direct worden ontruimd!
Broom is even gevaarlijk als het chloorgas dat in 1915 ingezet werd in de 1e W.O. bij Ieper onder leiding van de Joodse Nobelprijswinnaar Dr. Fritz Haber (klik hier). Door hem (op de foto tweede van links) werden tienduizenden soldaten gedood door verstikkend gifgas. Het was dus een jood die op grote schaal het eerst gifgas gebruikte, de oorlog van de chemicus (klik hier). Het gebruik van gifgas door alle belangrijke strijdende partijen tijdens de Eerste Wereldoorlog was een oorlogsmisdaad, omdat het in strijd was met de Haagse Verklaring betreffende verstikkende gassen uit 1899 en het Haagse Verdrag inzake de Landoorlogvoering uit 1907, dat het gebruik van 'gif- of vergiftigde wapens' in oorlogsvoering verbood (klik hier).

Maar door Haber zijn wetenschappelijke werk, de ammoniak synthese uit aardgas en stikstof uit de lucht (Haber-Bosch proces) en de oxidatie van ammoniak tot salpeterzuur (Ostwald proces) kon ammoniumnitraat (AN) (
klik hier) kunstmest worden bereid en 'redde hij' mede miljoenen van de hongerdood (klik hier). Overigens werd dezelfde stof ook als militair explosief gebruikt met TNT (amatol), dus daar vielen weer miljoenen doden.

Maar in de mijnbouw, tunnelbouw en wegenbouw werd en wordt AN ingezet als explosief (ANFO, gel, slurry en o/w emulsie explosieven gebaseerd op ammoniumnitraat), die al 50 jaar dynamiet hebben verdrongen, en dat leverde weer veel winst op. (De AN emulsies dienen dan wel chemische en fysisch gesensibiliseerd te worden met bijvoorbeeld di- en trinitroaminonitraten, natriumnitriet, aluminiumpoeder en glazen 'micro balloons' (klik hier)).
Anno 2024 wordt dezelfde overschot aan stikstof (indirect door Haber/Bosch/Ostwald?) ter discussie gesteld als nieuwe wereldbedreiging vanwege de te hoge stikstofuitstoot. HOE ZWAAR WEEGT HET OORDEEL VAN DEZE WEEGSCHAAL? En hoe inconsequent is de mensheid? 

Of is het probleem gewoon de 
ongebreidelde overbevolking die niet alleen de menselijke bevolking maar ook het milieu, het klimaat en het algemeen welzijn op aarde voor plant, mens en dier in gevaar brengt, met houtkap en ontbossing, talloze giftige chemicaliën en bergen afval, oorlogen, honger, epidemieën, volksverhuizingen door droogte en overstromingen? De kunstmest en medische zorg hebben dus mede de overbevolking veroorzaakt, maar tegen de honger is op die manier geen kunstmest te produceren, of medische zorg te verlenen. Het is dweilen met de kraan open!!!

Wat is er mis met globale geboortebeperking? Goed beschouwd moet men NIETS doen aan de natuurlijke decimering van de mensheid en het rustig laten gebeuren, dat is de natuur die een evenwicht zoekt door soortvermindering: de mens is een gevaarlijke instabiele monocultuur geworden. De gelovigen werken ook niet mee aan geboortebeperking, integendeel, elke zaadcel mag niet worden verspild. En de paus uit Rome vindt abortusartsen huurmoordenaars (klik hier). De Belgische premier De Croo reageerde daarop met te zeggen: "De tijd dat de kerk in ons land de wet dicteerde, ligt gelukkig lang achter ons." De paus zou zich beter met de slachtoffers van seksueel misbruik binnen de katholieke kerk bezighouden, of hoe de katholieke kerk de Ierse baby's vermoordde van ongehuwde moeders (klik hier). Tussen 1922 en 1998 werden naar schatting zo'n 90.000 ongehuwde, zwangere vrouwen opgesloten in instellingen die Ste Maria Moeder- en Babyhuizen werden genoemd. In Tuam, County Galway, Ierland, vond men in 2013 naamloze massagraven van babies en kleuters (klik hier). De kinderen waren ook ongewild betrokken bij vaccinproeven in Ierland tijdens de vorige eeuw, door Glaxo Laboratories en de Wellcome Foundation.  Praktijken die eerder doen denken aan nazi-Duitsland en de vernietigingskampen, eerwaarde paus Franciscus! Vandaar dat de katholieke kerk ook nooit stelling heeft genomen tegen nazi-Duitsland terwijl paus Pius XII wist van de holocaust (klik hier). 

Men heeft het wel over de natuur en de mens, maar de mens maakt integraal deel uit van de natuur. De mens is geen aparte entiteit, dat denken gelovigen, de natuur is ook inclusief de mens! "We kunnen geen toekomst bouwen voor onze kleinkinderen met een systeem dat is gebouwd voor onze grootouders", zei secretaris-generaal van de VN Guterres op 25 september 2024. Nee, inderdaad, we moeten bouwen aan een toekomst die er uiteindelijk niet meer zal zijn! Afbouwen heet dat, langzamerhand beëindigen, voltooien. Minder, minder, minder in plaats van meer, meer, meer, en geen enkele Nobel-prijs meer naar economie want dat was niet de wens van Alfred Nobel! Tenzij er een formule bedacht wordt om de wereldbevolking daadwerkelijk in te perken en niet te streven naar voortdurende economische groei en eenzijdige rijkdom. Een anticonceptiepil in het drinkwater? En voor Nederland betekent dat dus geen dijken meer te verhogen, maar nieuwe steden bouwen op de oostelijke hoge zandgronden. Kijk eens honderd jaar vooruit, dames en heren politici, in plaats van aan je eigen bekrompen ideeën en carrière te denken.

Het verleden, heden en de toekomst van het universum (klik hier) zijn eenvoudig fysisch-wiskundig vastgelegd met een begin en een eind, daar kan geen mens, geen nitwit weerman of welke intelligent ruimtewezen wat aan veranderen! Onze wereld heeft ook een geboorte gehad en zal op den duur sterven. Wat denkt de mens wel wie hij is in het universum? Niets! En nee, God bestaat natuurlijk niet, daar is geen plaats voor in de wis- en natuurkunde. Het geloof is geboren uit angst, misplaatst egoïsme en massahysterie, kinderen werden vroeger bang gemaakt met het heksen, het vagevuur, hel en verdoemenis, maar dat was slechts list en bedrog (klik hier).  Alleen maar om ze te laten gehoorzamen!

Dat neemt niet weg dat de wereldbevolking om te beginnen met  minstens de helft aan 
reductie minder kan en dan zijn alle milieuproblemen voorlopig even verdwenen. Maar warmer zal het klimaat zeker worden, ook zonder de mens, want het klimaat verandert al MILJARDEN jaren en door de uitdijende zon zal het klimaat in de toekomst steeds warmer worden tot alles is verbrand bij 5000 graden C. De opwarming van het klimaat op aarde is een fysisch vast gegeven in het met versnelling veranderende universum (klik hier)! We weten de verre toekomst al, die is wiskundig te berekenen, en die is niet rooskleurig: alles zal met toenemende snelheid verdwijnen in een enorme bijna -273 graden C koude lege zwarte ruimte! Dus geniet nog maar even van het licht en de warmte nu het nog kan!

Er zijn gewoon veel te veel mensen op deze wereld en de evolutie brengt daar een nieuwe balans in door de populatie op natuurrampen zoals overstromingen, epidemieën, vulkaanuitbarstingen of een inslag van een enorme meteoriet te trakteren die het leven op aarde veranderen door gedeeltelijke uitsterving - en ook weer nieuwe kansen creëren zoals 65 miljoen jaar geleden, anders waren er nooit mensen geweest of niet groter dan een muis. Dat is ook de natuur! Er is levende en dode natuur maar beide kunnen adembenemend mooi zijn, zoals besneeuwde bergtoppen: planten, dieren, alles wat daartussenin zit zoals schimmels, gisten en virussen, lucht, water en bodem, zonneschijn, de maan die de getijden laat ontstaan en buitenaardse meteorieten die naar beneden vallen, aardverschuivingen en vulkaanuitbarstingen, alles is de natuur. Planten leven immers van de dode natuur zoals kooldioxide, water, zonneschijn (licht) en mineralen in de bodem. 

Zonder de zon is er geen leven en geen levende natuur. De zon is de ster die het dichtst bij de aarde staat en het centrum van het zonnestelsel vormt. De zon bepaalt dan ook het gebruikelijke onderscheid tussen dag en nacht en wind en regen. De zon is verantwoordelijk voor het overgrote deel van de warmte in de aardatmosfeer en is de belangrijkste bron van energie voor het leven op aarde, de rest van de warmte komt uit het binnenste van de aarde die nog lang niet afgekoeld is. (Wanneer dat wel gebeurd, is het afgelopen met de beschermende magnetische straling en wordt onze aardatmosfeer weggeblazen.) De zon is een plasmabol en bevat ruim 99% van de materie van het zonnestelsel, voornamelijk waterstof en helium. In het binnenste deel van de zon is de druk zo hoog en zo heet en dicht dat er kernfusie plaatsvindt  waarbij waterstof tot helium wordt gevormd. De energie die daarbij vrijkomt, wordt grotendeels uitgestraald in de vorm van straling, waaronder zichtbaar licht en UV licht en zonnewinden bestaande uit geladen kerndeeltjes. De zon is al half opgebrand, iedere seconde wordt er ongeveer 600 miljoen ton waterstof omgezet in helium.

Nogmaals, vanwaar is de menselijke soort zo belangrijk om te overleven? Helemaal niet dus, de paleontologie leert ons dat er veel soorten uitstierven en de biologie leert ons dat er weer nieuwe soorten ontstaan. De natuurkunde leert ons dat aan alles een definitief einde komt. Er is geen hiernamaals. Er is dan niks dan vacuum, één atoom op een kubieke kilometer aan niks.

Geen nood, het menselijke ras is allang verleden tijd wanneer met het normale leven op aarde de rust terugkeert. De vriendelijke en nuttige regenworm waar niemand last van heeft en die bijna niemand ziet, is met zijn voorouders zo'n 500 miljoen jaar oud en overleefde de dinosauriërs en menige grote massa-extinctie (klik hier) doordat hij onder de grond leeft (een deel van de familie leeft op de oceaanbodem). Het is het diertje met de grootste totale biomassa ter wereld (klik hier) en eiwitrijk voedsel voor opgroeiende dieren. De platworm zou zelfs 'onsterfelijk' zijn vanwege de enorme regeneratieve capaciteit. 

Daar heb je dus geen intelligentie voor nodig, integendeel, overleven op aarde is alleen op de juiste manier aanpassen aan de veranderende omstandigheden, oftewel adaptatie (klik hier). Waren de oermens en de natuurvolken nog bereid zich aan te passen aan de veranderende condities, de moderne mens doet het net omgekeerd en probeert juist de wereld om zich heen te veranderen en aan te passen aan de mens zelf. Maar zo werkt het in de evolutie niet, dat leerden we van al Darwin en Wallace (klik hier). Het is de overleving van de sterkste en meest aangepaste soort, de natuurlijke selectie. Dat betekent dat de 'moderne mens' dus relatief snel ten dode is opgeschreven, een uitstervend ras, als gistcellen in een te bakken brood of in een fles goedkope mousserende wijn.

De mens is pas 3 miljoen jaar op de aarde en zal met de huidige expansiedrift het er niet veel langer meer maken met die monocultuur. Er zullen weer meer dodelijke epidemieën uitbreken, de mens is steeds verder van de natuur gaan staan en heeft zich kwetsbaar gemaakt voor de minste geringste ziekteverwekker en is een immunologisch wrak.
Met de rest van de natuur zal het voorlopig wel goed komen, niet met de mens, dat heeft de paleontologie wel bewezen.
Nogmaals, er bestaat in Nederland geen echte natuur, alles is aangelegd park, drooggelegde weide, verwilderd weiland of afgegraven veen, moeras. De echte natuur is miljoenen jaren oude wildernis en bevindt zich alleen in het verre buitenland, in Noord- en Zuid-Amerika, Azië, Australië en Nieuw-Zeeland, Afrika en Groenland. Die paar achterlijke grassprietjes in Nederland tellen echt niet mee, en de inwoners ook niet! Kijk eens op een wereldbol en je kunt Nederland niet eens terugvinden!

Zolang we nog leven, zou een verplichte EHBO cursus toch op zijn minst worden verwacht voor lerarenopleidingen in de natuurkunde, scheikunde en biologie onderwijs.
En het effectief blussen van een brand zou door de brandweerman kunnen worden aangeleerd. Doe je het verkeerd met een brandblusser (voor welk type brand?), dan spuit je deze helemaal leeg zonder het vuur te blussen. Het probleem met pyrotechnische samenstellingen is dat ze geen zuurstof uit de lucht nodig hebben, zodat ze kunnen blijven branden en een eigen aanpak behoeven. 

Waren in den beginne buskruitmolens private ondernemingen, in nogal wat landen werd de buskruitindustrie genationaliseerd vanwege het strategische belang. Of er werden harde zakelijke geheime afspraken gemaakt door de overheid. De admiraliteit stelde hoge kwaliteitseisen aan de leveranciers van buskruit, want bijna elk schot moest wel raak zijn. Goed buskruit verbrandt met een snelheid van ongeveer 400 m/s (opgesloten onder druk, dus dat is 2,5 milliseconde per meter).
In de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden verenigden de buskruitmolens zich, zodat ze de prijs konden opdrijven tot astronomische bedragen! Typisch Nederlands asociaal toen al, een vorm van economische fraude of afpersing?

Dergelijke constructies van stiekeme prijsafspraken zijn tegenwoordig verboden door het zogenaamde Mededingingsrecht met betrekking tot het toelaten van concurrentie. Het verbod ontstond in de 19e eeuw juist in de kapitalistische Verenigde Staten en werd overgenomen door veel andere landen. Juist in de V.S. ontstond ook een buskruitmonopolie (en later die van nitrocellulose kruit) door het oorspronkelijk Franse DuPont de Nemours (de familie was de Franse revolutie van 1789 ontvlucht en ontkwam de guillotine). De Sherman Act wetgeving van 1913 maakte een einde aan monopolie en kartelvorming. DuPont die inmiddels al zijn concurrenten had opgekocht en de rijkste familie werd van de V.S., werd verplicht het grote bedrijf op te splitsen in concurrerende ondernemingen (klik hier). Inmiddels had DuPont wel al zijn toeleveranciers opgekocht, inclusief grote aardoliemaatschappijen. Waar een ongecontroleerde kapitalistisch systeem toe kan leiden.

Echter, tot op de dag van vandaag worden over de hele wereld toch verboden prijsafspraken gemaakt, ondanks dat miljardenboetes worden opgelegd. Een oude truc is dat grote bedrijven al de concurrentie opkopen en die bedrijven vervolgens failliet laten gaan zoals Microsoft deed. Zo kunnen ze de marktprijzen bepalen met een relatief slecht product, Windows. Bill gates is voor die zwendel nooit veroordeeld, noch is het bedrijf verplicht geweest op te splitsen in concurrerende bedrijven. Met name heeft de gewone bevolking dat getroffen en heel veel geld gekost: miljarden die in de zakken verdwenen van de CEO's.
Lijkt de mens van nature hardleers en oneerlijk, of valt er zo veel te verdienen door de prijzen kunstmatig hoog te houden dat een boete makkelijk betaald kan worden? Of is dit een economische wetmatigheid die uitgaat van de slechtheid van de mens? Economie is ook geen echte wetenschap en het is een schande dat daar een Nobelprijs voor wordt uitgereikt. Economie is vooral het vooruitdenken op graaikapitalisme, dat hebben we o.a. aan de bankencrisis sinds 2007 gezien. Hoeveel zijn er achter de tralies verdwenen? Slechts een handvol, de meeste boeven zitten gewoon weer op hun oude plaats. Gelukkig is de mens een uitstervend ras.

Feit is dat bijna geen enkel land in Europa meer buskruit fabriceert, behalve Duitsland en Zwitserland, terwijl de vraag toeneemt doordat buskruit een 'groene' plaatsvervanger is voor militair gebruik.
Maakte de firma WANO (klik hier) in Duitsland vroeger nog goede buskruit voor een redelijke prijs, hun prijs is nu verviervoudigd en tegenwoordig kost Zwitsers buskruit zelfs rond de 150 euro per kilogram omdat zij ZELF de hoge prijs kunnen bepalen doordat bijna elke vorm van concurrentie ontbreekt! En dat ook nog met een goedkope waterkrachtcentrale. Schande!

De oorlog in Oekraïne heeft laten zien dat elk land zijn eigen wapens en munitie dient te fabriceren - ongeacht het lidmaatschap van de NAVO, om niet afhankelijk te worden van een paar producenten op de wereld die hun prijzen kunnen dicteren (klik hier). Of nog erger, dat er een te groot tekort ontstaat (klik hier) zodat de Russen in de gelegenheid zijn Oekraïne volledig van de kaart te vegen en naar de middeleeuwen te bombarderen. En het westen te bedreigen met een atoomoorlog! Democratie is niet voor bange mensen. Смерть Путину!  
 
Is Nederlands BBQ houtskool vooral gemaakt van goedkoop dennenhout, dan is dit houtskool leuk om mooie gloeiende vonken te maken, maar het materiaal is beslist ongeschikt voor buskruit. Dennenhout bevat ook veel hars, harde knoesten (klik hier) en andere door hars ingekapselde rotzooi. Soms zelfs spijkers! Per definitie is ELKE soort BBQ houtskool onbruikbaar en w
aardoor komt dat? Omdat de BBQ langdurig brandend houtskool nodig heeft en buskruit juist een zo kort mogelijk brandtijd voor houtskool behoeft! Zo simpel is dat: houtskool van de linde, de wilg en de populier (luciferhout) branden snel, veel te snel voor de BBQ.
Gebruik NOOIT houtskoolbriketten, die zijn gemaakt van geperst minderwaardig restmateriaal vervuild met steenachtig materiaal (steenkool) en een bindmiddel. Ze zijn alleen voor de BBQ bedoeld en de molen wordt ermee vernield. 

Voor snel brandend buskruit dienen alleen de lichtste en zachtste houtsoorten te worden gebruikt, zoals die van de linde, de wilgenboom of populier dus. Er is wel de Talens tekenhoutskool van de wilgenboom te koop, maar deze is schandalig duur (klik hier). Je betaalt dan omgerekend 10 eurocent per gram. Dan zou 100 gram buskruit alleen al 1,50 euro kosten voor de wilgenhoutskool. Dat gaan we dus niet doen, meneer Talens. Het Nederlandse Talens bedrijf is trouwens sinds 1991 in Japanse handen, Sakura Color Products Corporation, dus die bepalen nu de hoge prijs. その高価なジャンクは自分だけのものにしておいてください。.

We hebben voor geschikt houtskool meer dan genoeg eigen boomsoorten in het moerassige Nederland, maar de houtskool daarvan is zeer schaars. In de late middeleeuwen werd ook wel verkoold turf gebruikt.

Wilgen zijn pionier soorten die makkelijk een leeg gebied koloniseren. Een klein aangelegd wilgenbos met allerlei soorten bevindt zich nabij  Almere-Buiten (klik hier). Nederland heeft geen echte natuur, alles is aangelegd park, verwilderd weiland of afgegraven veengebied. Zelfs de duinen en de heide zijn aangelegd.
Wanneer je de echte natuur zijn gang laat gaan, bestaat Nederland binnen 100 jaar voor 80 % uit bosgebied, nu is dat niet eens 10 % omdat de bomen door de imbecielen van Staatsbosbeheer worden verwijderd! Dat noemen we nog eens bosbeheer! Nederland heeft het minste bos van alle landen en dus ook de minste mogelijkheid veel CO2 uit de lucht te halen en veel zuurstof te vormen. De medewerkers van Staatsbosbeheer zouden vogelvrij moeten worden verklaard, dat is de enige manier om de natuur in Nederland te redden.

Er zijn veel ondersoorten zoals de treurwilg, de kronkelwilg, de katwilg, de schietwilg (groeit wel 3 meter per jaar) en de kraakwilg. In Nederland zijn alleen al 12 soorten aanwezig van de 400. 
Wilgenbomen behoren tot het geslacht Salix (klik hier). De hoogte van een wilg varieert van struikhoogte tot ongeveer 25 meter, afhankelijk van de soort, maar in Nederland worden de meeste door knotten veelal klein gehouden omdat ze op de natte grond anders omvallen of scheuren. Wilgen kunnen 100 jaar oud worden, maar in Nederland halen ze vaak de 50 jaar niet doordat het zachte hout door bacteriën (watermerkziekte), schimmels, ongedierte en woekering van boomcellen wordt aangetast. Het is dus beter om ze op tijd tot waardevol wilgenhoutskool om te toveren! Recent Canadees onderzoek heeft uitgewezen dat houtige gewassen al zo'n 400 miljoen jaar bestaan op deze aarde.

Tegen schaarsheid en hoge prijzen is niets anders te doen dan het dan maar zelf te maken. Het bereiden van houtskool van de juiste zachte houtsoorten is een edele bezigheid die zeer zeker de moeite loont en ook in de literatuur staat beschreven als de ware kunst voor het bereiden van een zeer goede kwaliteit buskruit. Zelf maken is niet moeilijk maar vraagt extra tijd en aandacht. Vast zijn er lieden die de goedkope BBQ houtskool verkiezen omdat dit veel minder tijd en geld kost, maar op die manier krijgt men dus NOOIT een goede kwaliteit buskruit.

Amerikaanse hobbyisten hebben zelfs een houtskool gemaakt die de snelheid en kracht van het commerciële buskruit van Goex (klik hier) overstijgt (in het zogenaamde golfbal-project). De amateurs zullen de commercie laten zien dat hun praktijken geen hout snijden! Strijd tegen alle schandalige prijsverhogingen, want op de wereldmarkt zijn grondstoffen, materialen, voedingsbronnen en bulkgoederen nog steeds goedkoop - uitgezonderd die waarvan toevallig een oogst mislukt of door oorlog export moeilijk is geworden.

Goede kwaliteit houtskool voor buskruit is dus zeer zacht en poreus en snel brandend. Wil men dus niet 's nachts in het winterbos gratis gaan hakken maar bewerkbare dunne stukken wilgenhout aanschaffen, dan verkoopt de vakman dunne lange wilgentakken (klik hier) (klik hier) (klik hier). Vooral de verzendkosten zijn hier erg hoog. Uitgerekend inclusief verzendkosten kost 30 kg zo'n 125 euro, terwijl men er maar 4 kg wilgenhoutskool aan overhoudt! Dat is dan 3 eurocent per gram en dan moet het nog verkoold worden ook. Dat is dus geen doen, dat zijn Talens wilgenhoutskool prijzen! Alleen gratis hout snijdt hout bij het verkolen!

Het zal opgevallen zijn hoe duur zelfs een gewone kwaliteit hout is geworden, terwijl gemeentes vaak bomen snoeien, het hout versnipperen in de hakselaar en als bodemstrooisel gebruiken. Dus wees de plaatselijke overheid voor en knot zelf gratis de takken in de winter om de kosten laag te houden.
Wanneer men dus gratis wilgenhout wil scoren, kan dat ook als vrijwilliger voor het driejaarlijks knotten en trek een winterjas aan  (klik hier). Dat kan trouwens overal in Nederland en het is wel zo voordelig! 
Verder wordt soms in de literatuur Paulownia houtskool genoemd door Shimizu. Er is weinig over bekend, maar in Nederland is er wel een kweker (klik hier).

Er staat veel troep op het YouTube kanaal, maar een redelijke Amerikaanse video is hier te zien over hoe men op eenvoudig wijze en kleine schaal een goede kwaliteit wilgenhoutskool kan bereiden (
klik hier). Duidelijk is te zien dat van ongeveer 3 kg wilgenhout maar pakweg 400 gram houtskool overblijft! Dat is dus 13 % en wil men weten hoeveel wilgenhout er nodig is om 15 gram houtskool over te houden, dan wordt 15 gedeeld door 0,133 en dat is 113 gram wilgenhout.

Er dient nog te worden opgemerkt dat in de video van vers hout wordt uitgegaan, want bij droog hout is de houtskool opbrengst normaal 15 tot 20 %. Jong hout bevat relatief veel water en dat kost extra energie, alleen al om die hoeveelheid water te verdampen. Voordeel is wel dat bij vers hout de bast zich makkelijk laat verwijderen, maar daarna moet het hout eerst goed drogen.
Het gewoon drogen van wilgenhout aan de lucht onder beschutting tegen regen kost echter al gauw een half tot een heel jaar. Dus het aanleggen van een voorraad wilgenhout is een gangbare methode net als met haardhout.
(Hanteer het Stanleymes niet zoals deze sufferd in de video doet bij het verwijderen van de bast, want dat wordt dan een aderlijke bloeding. En takken in stukjes zagen hoeft ook niet, daar is de grote takkenschaar veel sneller mee!)


Houtskool wordt gemaakt door verhitting van droog hout zonder bast en onder uitsluiting van zuurstof, anders verbrandt het. Het is dus een verkolingsproces of zogenaamde pyrolyse of droge destillatie. Alleen via een klein gaatje in het met hout gevulde blik, kunnen de vluchtige producten vergassen en het hout doen verkolen. (Sluit het gaatje daarna direct met een puntige stok, anders verbrandt de hete  houtskool alsnog door het aantrekken van zuurstof.) Houtskool is geen zuiver koolstof, maar ongeveer voor 80 %. Gelukkig maar, want zuiver koolstof werkt niet goed omdat het veel te langzaam brandt. 

Buskruit mag zich de laatste 20 jaar verheugen op hernieuwde belangstelling sinds het Amerikaanse leger voor oefenmunitie en nabootsing van granaatinslag het kaliumperchloraat in de 'flash' knalsassen vervangt door buskruit en fijn aluminium - voor zover dat mogelijk is dan. Buskruit is hier dus een 'groene' vervanger vanwege milieubezwaren door vervuiling van de leefomgeving met (niet gereageerd) perchloraat (klik hier). In buskruit 'flash' wordt het aluminium voornamelijk geoxideerd door de zuurstof uit de lucht!

Lancaster schrijft in zijn boek op pagina 103 dat ook moderne militairen precies willen weten welke houtsoort voor houtskool is gebruikt. Niet zo vreemd wanneer je weet dat het type een enorme invloed heeft op de kwaliteit, dat is nu wel duidelijk, maar zelfs dezelfde soort bossen variëren in kwaliteit afhankelijk van de tijd van het jaar waarin ze gekapt zijn! Leveranciers willen nog wel eens rommelen met hun geleverde materiaal en chemicaliën, dus er dient voortdurend controle op te worden uitgeoefend!
De Amerikanen pakken groots uit met het U.S. Army Research, Development and Engineering Command's Perchlorate Replacement Team (klik hier).
Dus niet het A-team, maar het P-Team!


Perchloraat is geenszins alleen een 'man-made' synthetisch product, want het komt ook in de natuurlijke vorm voor zoals in o.a. de Atacama Woestijn in Chili en waar het al miljoenen jaren ligt, net als calcium- en magnesiumperchloraat op de planeet Mars (klik hier).
Perchloraat wordt gevormd door natuurlijke fotochemische processen. De theorie suggereert dat chloride-ionen en chloorverbindingen uit de zee en van het land hoog in de atmosfeer worden geblazen en reageren met het aanwezige ozon onder invloed van zonlicht. In de stratosfeer creëren fotochemische reacties tussen de chloride-ionen en chloorverbindingen met ozon de perchloraat-ionen die vervolgens neerdalen, uitregenen en  natriumperchloraat en calciumperchloraat vormen (klik hier). Een en ander impliceert dus dat vroeger op Mars ook water aanwezig was, vulkanische activiteit en een dichte atmosfeer.

Waardoor bepaalde gebieden op aarde veel meer perchloraat bevatten dan andere, zou met de mate van neerslag te maken kunnen hebben en de bergmassieven. Ook is de reductie of afbraak bekend door bepaalde bacteriën, maar dat kan natuurlijk niet in een gortdroge woestijn - waar dus de concentraties veel hoger zijn (klik hier).
De zuurstofatomen in natuurlijk perchloraat hebben een unieke isotopenwaarde gehalte (klik hier) zodat bij forensisch onderzoek men de vervuiling van het milieu door synthetisch perchloraat duidelijk kan onderscheiden. 

Toen men in het Nederlandse Groningen en Drenthe ruim honderd jaar geleden bodemvervuiling door perchloraat ontdekte (dat was knap, dus toen al!), bleek de stof ooit mee geïmporteerd te zijn via het Chilisalpeter (natriumnitraat) voor de landbouw (klik hier)! Men dacht toen nog dat het een plantengif was (perchloraatziekte), maar het is ook giftig voor mens en dier (klik hier).
Calciumperchloraat blijkt ook op de rode planeet Mars (door ijzer(III)oxide) voor te komen in de bodem (klik hier), zelfs in concentraties van 0,5 tot 1 % (klik hier). De omgeving van Mars is dus giftig voor plant en dier. Benieuwd hoe astronauten daar een kolonie willen stichten in de toekomst. 

De alternatieve sas van buskruit, aluminium en colloïdaal siliciumdioxide maakt het er echter niet veiliger op, daar de activeringsenergie daalt met 250 graden C. Dit komt voornamelijk door de aanwezigheid van het makkelijk oxideerbare zwavel. Dat het dus beter is voor het milieu lijkt ten koste te gaan van de veiligheid! Tenzij men kiest voor het zwavelloze buskruit.

Er zijn goede redenen om aan te nemen dat het Amerikaanse leger het vervangende buskruit zelf fabriceert of in opdracht laat maken. Enerzijds is commercieel buskruit veel te duur, anderzijds is voor de 'buskruit flash' het beslist onnodig de bestanddelen van buskruit zo innig en intensief te mengen als dat normaal wordt gedaan. En in geval van zwavel toevoeging is elementair zwavel een goede oxidator ten opzichte van aluminium, terwijl zwavel zich normaal zal gedragen als brandstof met zuurstof. Of zwavel wordt juist niet toegevoegd voor militair buskruit omdat het de activeringsenergie verlaagt en daardoor gevaarlijker maakt.

De M116A1 hand grenade simulator met pull wire ontsteker weegt ongeveer 100 gram en bevat 36 gram (foto)flash kruit. De tijdvertraging bestaat enerzijds uit een stukje veiligheidslont en anderzijds uit een kokertje met een fluitsas, voordat de ontploffing plaatsvindt. De houdbaarheid is gesteld op vijf jaar. (Hetgeen duidelijk maakt dat aan gewoon vuurwerk eenzelfde maximale houdbaarheid of minder mag worden gesteld, heren handelaren!)

Ook de aanwezigheid van fijn siliciumdioxide is niet onbesproken (klik hier). Buskruit gecombineerd met aluminiumpoeder is beslist GEEN aandrijfsas (propellant) daar de gasdruk veel te snel oploopt. Hoewel het niet als zodanig is vermeld, is de combinatie een uiterst effectieve '(foto)flash powder' (klik hier) zonder veel opsluiting. 

Soms wordt er wel eens gevraagd waar de naam 'flash powder' vandaan komt. Deze benaming is een overblijfsel uit een tijd dat voor fotografie in het donker nog chemicaliën werden gebruikt om te 'flitsen' met zogenaamde bliksemlichtpoeder (klik hier) en dat was vaak een levensgevaarlijk mengsel van kaliumchloraat, zwavel en magnesiumpoeder.
Zo is de term 'nitraat' een dom verzinsel voor 'flash powder' omdat er normaal gesproken geen enkele nitraat wordt gebruikt. Moderne (foto)flash bestaat uit fijn aluminiumpoeder en perchloraat. Het verzinsel stamt uit de jaren '90 toen een handelaar (H.N.) in vuurwerk het woord 'nitraat' hoorde tijdens een lezing maar over geen enkele chemische kennis beschikte. 


Gebruik van het woord 'nitraat' voor dit type vuurwerk slaat dus helemaal nergens op, maar grappig genoeg zou je dankzij de Amerikaanse militairen de alternatieve 'buskruit/aluminium flash' wèl een echte 'nitraat-flash' kunnen noemen!
In de 'flash' met perchloraat wordt bijna al het aluminium geoxideerd en een klein gedeelte door de zuurstof in de lucht.
Bij de de 'buskruit-flash' is het net andersom, het buskruit bevat geen extra zuurstof maar verhit het aluminium tot het smeltpunt. Door de alkalische verbrandingsproducten van buskruit wordt aluminium ontdaan van de beschermende oxidehuid. Hierdoor vindt de explosie voornamelijk plaats door reactie van aluminium met zuurstof uit de lucht. Dit geeft een voller (langgerekt) klankbeeld van een explosie.

Explosieve stoffen en mengsels kennen ook een minimale massa waarin explosieve verbranding kan optreden zonder opsluiting. Deze zogenaamde initiële 'zelfopsluiting' vindt plaats wanneer een relatief kleine massa door de snelheid van de ontbranding voldoende traagheid biedt om er een hoge druk in te laten opbouwen en aldus tot explosieve verbranding komt zonder fysieke opsluiting. Traagheid of inertia beschrijft de relatieve hoeveelheid weerstand tegen verandering die een massa of object bezit. Hoe groter de massa (van het object) is en de soortelijke massa, des te groter is de traagheid en des te groter is de neiging om niet zoveel te versnellen. Dit volgt uit de eerste wet van Newton.

Dit fenomeen is waarschijnlijk de oorzaak dat kleine hoeveelheden ongemengd ammoniumnitraat niet gevaarlijk zijn, maar dat vele tonnen aan vastgekoekt ammoniumnitraat onder ongunstige omstandigheden door vuur of schok tot explosie of zelfs detonatie komen (klik hier) (klik hier).
Het belang van de omringende luchtdruk
 is te zien bij de thermische ontleding van koperacetylide in vacuüm, waarbij de stof niet explosief is  en koper achterlaat als een fijn poeder op de bodem van de kolf, terwijl een pluizig zeer fijn koolstofpoeder op de wanden wordt afgezet. Op basis van spectrale gegevens wordt beweerd dat dit poeder een polymere koolstofverbinding is, carbyne C(−C≡C−)nC in plaats van grafiet zoals verwacht. Koperacetylide produceert bij gewone druk geen gas, alleen vaste stoffen en waarvan het koolstof kan ontbranden aan de lucht.

Zo is ook buskruit in staat om zonder opsluiting te exploderen, al is die hoeveelheid bijzonder groot en afhankelijk van de korrelgrootte (klik hier).
In de V.S. is commercieel buskruit 
van de gevarenklasse 1.1 massa-explosief gewoon vrij te koop voor iedereen tot een hoeveelheid van 50 pounds (= 22,7 kg) (klik hier). In een afgesloten auto zal een dergelijke hoeveelheid bij een ongelukkige ontbranding met zekerheid tot massa-explosie komen.  Er komt met 400 m/s minimaal 4,5 m3 gloeiend heet gas vrij in enkele milliseconden, waaruit volgens de
 algemene gaswet pV = nRT volgt dat er een druk van 1250 bar tot 1600 bar ontstaat, afhankelijk van de temperatuur (klik hier). Waarbij de auto uiteen wordt gereten.
Dan zijn we in Nederland met 25 kg 1.4G vuurwerk (2,5 kg kruitmengsel) toch wel heel erg armzalig slecht af, of zijn wij soms debieler en onverantwoordelijker dan de Amerikanen?!? Immers is 1.4G ook in een afgesloten auto NIET massa-explosief!

Voor de Nederlandse overheid geldt hier toch wel het spreekwoord 

‘Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten’! Niet voor niets vertrouwen veel mensen de overheid niet meer. Zeker niet na al die schandalen zoals het grote onrecht en de discriminatie in de Toeslagenaffaire, het boerenprotest waarbij overheidsregels zonder overleg ondemocratisch door de strot worden geduwd of het aardgas en de grondverzakkingen in Groningen die ernstige schades aan huizen veroorzaakte en niet gecompenseerd werden. Dat wantrouwen tegen de burgers heeft met name Rutte gekweekt tijdens zijn schrikbewind, en nu krijgt die lul een topfunctie bij de NAVO. Terwijl hij totaal geen verstand heeft van militaire zaken, want gedurende zijn bewind is het ministerie van Defensie volledig uitgehold.
 

Detonatie treedt bij de 'flash powders' beslist 
niet op (in tegenstelling tot alle indianenverhalen) daar de reactiesnelheid onder de 900 m/s te gering is en er geen hoge druk schokgolf ontstaat. In een eenzijdig gesloten holle metalen cylinder kan wel een druk van 20.000 tot 30.000 bar hoog oplopen (zie het 'concussion mortar' rapport (klik hier), zodat de 'concussion mortar' door die hoge druk scheuren kan gaan vertonen.
Maar echte detonatiesnelheden lopen veel hoger op tot wel 10.000 m/s bij een drukgolf van 500.000 bar tot 2 miljoen bar (bij gerichte holle lading). De brisantie die daarbij optreedt is het verbrijzelende vermogen en de mate van scherfwerking of versplintering op de omgeving (bijvoorbeeld de metalen huls van een brisantgranaat) door een hoog explosief, voornamelijk bepaald door de detonatiedrukgolf. 

Problemen bij de 'buskruit flash' kunnen ook ontstaan met nitraat en aluminium en een chemische reactie veroorzaken onder vochtige omstandigheden en daardoor de houdbaarheid negatief beïnvloeden. Tenzij men de sas stabiliseert met boorzuur als buffer, of zinkoxide toevoegt vanwege het amfotere karakter. Vervanging van perchloraat is dus bepaald niet geheel probleemloos.

Het militaire contract voor de oefenmunitie (simulatie) is vergund aan een bekend vuurwerkbedrijf, Pyrotechnique by Grucci (klik hier) dat ook een productiefaciliteit heeft op het militaire terrein van de Radford Army Ammunition Plant (klik hier) (klik hier). Het hele complex aan bedrijven en militaire installaties wordt gerund door de Britse multinational BAE Systems, daar Amerikanen er aan gewend zijn ook militaire belangen uit te besteden aan concurrerende privaatondernemingen.

(klik door naar dl 1)


Copyright 2024.
 
Het overnemen van tekst uit onze artikelen zonder toestemming of bronvermelding is diefstal. Plagiaat, piraterij of schending van het auteursrecht kan voor de wet een misdrijf zijn. Respecteer het eigendomsrecht.