Eduard Douwes Dekker alias Multatuli, beroemd geworden met zijn boek Max Havelaar, schreef in 1878 een lofzang op de ware traditionele voetzoeker in zijn roman De geschiedenis van Woutertje Pieterse (klik hier, blz. 334):
‘De voetzoeker - hoeden af, lezer! - geeft den drommel van zoo'n bekrompen loops-opvatting. Hy heeft karakter, en volgt z'n eigen senie... zou juffrouw Pieterse zeggen. Hy leeft, en kiest z'n weg. Hy spuwt vuur, en deinst voor 't recul van z'n eigen strydlust. Hy kampt om 't verloren terrein te herwinnen, en wisselt van zwaartepunt, en wendt z'n grilligen loop, en kronkelt als 'n vliegende lintwurm.’
‘Hy schryft z'n naam in gloeiende krullen, en vecht tegen den luchtdruk, en sliert al duiklend voort, en braakt arabesken. En waar-i was, keert-i weer, als iemand die nog wat te zeggen heeft. En waar-i niet was, komt-i aanrollen, blazend, blakend, brandend, schroeiend, sissend, schetterend... altyd verrassend door nieuw-uitgedachte huppeling, altyd verschrikkend door vreemdluimigen sprong, altyd boodschapper van 't onverwachte, maar altyd de drager ook van 'n herhaalde opwekking tot gillend plezier.’
Wie anders kan de schoonheid van een klein vermakelijk stukje verdwenen cultus kunstvuurwerk mooier en beter beschrijven dan Multatuli, pseudoniem van Eduard Douwes Dekker? Zelfs geen enkele Chinees.
Multatuli was niet alleen een liefhebber van vuurwerk, maar vooral ook voorvechter van het recht zèlf vuurwerk te mogen afsteken. Hij schreef: 'Veracht me niet te zeer, lezer, als ik u betuig dat de ware vreugd die er uit vuurwerk te halen is, in 't afsteken - zèlf afsteken! - van zevenklappers en voetzoekers bestaat. Een ‘groot vuurwerk’ is 'n ellendig ding, 'n menschonteerende foppery. Eigenlyk 'n schimp,'n beleediging, 'n laesio dignitatis generis humani!' (= een aantasting van de waardigheid van het menselijk ras!)
Het is maar dat u het weet.
De jonge mensen kennen vanwege hun leeftijd anno 2024 de karaktereigenschappen van de echte originele voetzoeker niet. Je moet daarvoor minstens de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt èn de ervaring zelf hebben opgedaan.
Het vuurwerk vond zijn oorsprong waarschijnlijk omstreeks de 13e eeuw in China en in de 15e eeuw was het vuurwerk via Zuid-Europa alom bekend. In China in het jaar 1264 wordt een stuk vuurwerk met een raket-aandrijving als de 'grond-rat' beschreven. Een slingerende sissende voetzoeker die schrik aanjaagde bij de keizerin-weduwe Gung Sheng en ter ere wier zoon een feest had gehouden, keizer Lizong (1224-1264).
In Europa was de Engelse Franciscaner monnik Roger Bacon de eerste Europeaan die gedetailleerd de fabricage van zwart buskruit beschreef in het jaar 1242, en een eeuw later werd de Duitse Franciscaner monnik Berthold Schwarz bekend vanwege de fabricage van buskruit vuurwapens.
Om de voetzoeker vervolgens eeuwenlang plezier te doen geven aan de straatjongens in Europa, de vroege vuurwerkconsument, vooral ook om destijds de persoon van het andere geslacht te plagen en ze op stang te jagen.
In de annalen van een Hollandse gemeente in 1697 is te lezen: 'De klakke-bossen, voetzoekers en natte-zissen der baldaadige jongens hebben wonderlyke verzengingen onder de Rokken gedaan' (Doedyns, Merc. 1, 164).
Of deze: 'Op 4 oktober 1702 te Den Haag werden 'ter Kamere der Burgermeesteren' vormen van bekende baldadigheid en straatschenderij met vuurwerk aldus omschreven en strafbaar gesteld: 'Het gooien van klakkebussen onder de rokken van een troepje keuvelende vrouwen!' En in Amsterdam: Myne Heeren van den Geregte der Stad Amsterdam bevinden, dat … veele Luyden … zo by dag, als by nagt, en ontyden, zig niet ontsien, binnen dese Stad, Met Vuurpylen, Voetsoekers, Klapbossen, en andere Vuurwerken te schieten en te werpen, niet zonder groot gevaar, Handv. v. Amst. 861 a [jaar 1726]. Sodeju! Overigens, volgens onze informatie is in het Vlaams een klakkebusse geen vuurwerk maar een proppenschieter (klik hier), dus onder de rokken gegooid doet zo'n ding niets!
Voor de goede orde: niemand keurt misbruik van vuurwerk goed, maar onnodige strenge verboden hebben in het verleden tot een toename van illegaal en verkeerd vuurwerkgebruik geleid.
Dat vrouwen ook de beest kunnen uithangen, bewijst actrice Eva Longoria van Desperate Housewives. Zij heeft nog steeds nachtmerries over de tijd dat ze haar ouderlijk huis in vuur en vlam zette met horizontaal afgeschoten vuurpijlen tijdens Kerst in het kurkdroge Texas (klik hier). Maar in Nederland kunnen de dames er ook wat van (klik hier) en vooral in Rusland gaan ze nog een stapje verder (klik hier).
In de vertaling wordt een knallend rotje en een voetzoeker vaak synoniem gebruikt, maar dat is volkomen onterecht. Het rotje knalt slechts en de voetzoeker knalt alleen aan het eind van zijn functioneel gedrag, mits de knalsas is aangebracht. Dat is of was niet altijd het geval. In de tijd van Multatuli bestond het woord 'rotje' nog niet.
Om het nog ingewikkelder te maken, volgens Van Dale's Etymologisch woordenboek is het woord 'rotje' sinds 1871 een verkleiningsvorm van 'rot', dat weer is afgeleid van het woord 'rat'. Dit vanwege de kleine afmeting en de snelle beweging, gelijkend op die van een levende rat. Het verhaal wil dat ratten door kwajongens met teer, zwavel en stro beplakt in brand werden gestoken, hetgeen de nodige opschudding veroorzaakte wanneer ze werden losgelaten: men schrok zich rot. De beestjes overleefden trouwens meestal het hachelijke avontuur door in het water te springen.
Maar onze rotjes plegen niet te bewegen, en het lijkt erop dat het woord rotje toch weer werd verward met de wel voortbewegende voetzoeker. Of was de vroegere benaming synoniem met de voetzoeker, en betekent rotje eigenlijk de bewegende voetzoeker. In ieder geval was de voetzoeker veel populairder dan de knal alleen van het tegenwoordig rotje.
In het begin van de jaren ’70 van de vorige eeuw was de kleinburgerlijke protestantse bemoeizucht van de Noord-Europese landen zo groot, dat het leuke vuurwerk uiteindelijk verboden werd vanwege het onvoorspelbare karakter. Deels lag daaraan ten grondslag dat men de knallading van buskruit in de loop van de tijd had veranderd in het veel harder knallende en krachtiger aluminiumhoudend (foto)flitskruit.
Met name de bemoeizucht van het schijnheilige TNO was heel groot, en waarvan de medewerkers zelf geen zuiver geweten en verleden hebben. Medewerker Rutger Webb heeft tijdenlang een illegale vuurwerkclub geleid (Fort de Hel) waar tal van ernstige ongelukken gebeurden - waaronder een dodelijke.
Webb heeft de pyrotechniek een slechte naam bezorgd. Dat dodelijke ongeluk was hoogstwaarschijnlijk aan het gevaarlijk instabiele natriumchloraat te wijten dat absoluut niet mag worden gebruikt, en dat uit een van de zendingen kwam van zijn beste vrind Jan Lenselink de ellendelink - via zijn broer, die de illegalen en die van de munitieverzamelaarsclub van chemicaliën voorzag - en als ex-adjunct destijds het halve legermuseum leegjatte. Er werd nooit gecontroleerd wat er via Defensie naar binnen kwam en er illegaal ook weer verdween. Die route was zo lek als een mandje en er werd gretig misbruik van gemaakt. Webb is nog steeds pseudo wetenschappelijk aan het knoeien met natriumchloraat en rode fosfor (klik hier) en intussen heeft meneer zich op het worlwideweb onzichtbaar gemaakt door zijn familie naamgenoot in de belangstelling te zetten, onze Indische vriend Rutger ‘Tutti’ Webb (klik hier) die werd geëxecuteerd door de Duitse bezetters vanwege de spijkers die hij op de weg had gestrooid. Waar die website van Kamp Vught al niet geschikt voor is om een besmette naam op te poetsen. Eeen ding is zeker, de griezelige gelijkenis.
Eigenaardig is dan ook de samenwerking met de onbetrouwbare NFI van ex-directeur De Bruyn en het Corps Controleurs van de Dienst Gevaarlijke Stoffen. Dat geldt ook voor de corrupte ex-politiemannen Fred de Groot - die nu een eigen bedrijfje heeft als vuurwerkadviseur (klik hier), en Joop Couturier. Het zelfreinigende vermogen in de vuurwerkbranche en controlerende organen is bijzonder klein. Nederland is natuurlijk ook te klein om niet incestueus te zijn
en overal ontstaan maffia-achtige structuren waar extreme winsten worden gemaakt. Wanneer je niet deugt en boter op je hoofd hebt, moet je niet in de zon gaan lopen, is het wijze oude spreekwoord. Hoe komt het toch dat vuurwerk zoveel aantrekkingskracht heeft op randdebielen, zoals ook de vuurwerkramp in Enschede heeft bewezen.
Bij TNO hielden o.a. Webb, Kodde en handelaar Oudendag zich bezig met de belachelijke stalen kooiconstructie voor consumentenvuurwerk, een wederom volkomen mislukt project. TNO heeft een huichelachtig slechte, afhankelijke en subjectieve naam opgebouwd wanneer het om hun pseudowetenschap gaat : wie betaalt die bepaalt. "Wij van WC- eend ..." Cuius enim panem manduco carmina canto, oftewel wiens brood men eet, diens woord men spreekt. Een bedenkelijke reputatie voor een zogenaamd wetenschappelijk onafhankelijk instituut.
TNO gaat tegenwoordig trouwens autisten testen voor een flutbaan met behulp van cameratoezicht (klik hier). Nu de gemeenten in Nederland het laten afweten bij de extra zorg die autisten nodig hebben, denkt TNO geld te kunnen verdienen aan gehandicapten door ze de hele dag achter een geestdodende bewakingsmonitor te zetten. Nog even en Dr. Mengele zijn fascistoïde experimenten leiden weer tot de gaskraan bij de proefkonijnen met een neurologische geboorteafwijking, wanneer een goede medische zorg en begeleiding door verkeerde bezuinigingen achterwege blijven. Weg met TNO.
Schuurmans had in zijn professionele enthousiasme de grootste maat voetzoeker afgeladen met 1,8 gram (foto)flitskruit als knallading op basis van perchloraat, aluminium, bariumnitraat en zwavel. Flitskruit werd in rotjes in Nederland in dezelfde periode verboden, voor andere landen gold meestal een maximum toegestane knallading van 50 milligram - maar dan op basis van alleen perchloraat en aluminium.
De grilligheid van de bewegingen was nou juist zo leuk en aantrekkelijk aan het vuurwerk. Het onvoorspelbare zorgde altijd voor verrassing, grote pret en hilariteit, en maakte de serpente vlieger bijzonder populair.
In het liberale katholieke Zuid-Europa is de voetzoeker door de ontbrekende hypocriete regelzucht voor de consument min of meer bewaard gebleven, al zijn de eigenschappen niet meer oorspronkelijk. Het pyrotechnische apparaatje dient laag boven de grond langzaam rond te vliegen, hetgeen de afmetingen beperkt.
Een echte voetzoeker is geen rotje met een sisser, en zeker géén vuurpijl zonder lat of stok. En de voetzoeker is ook geen afgeleide van een fluitende luchthuiler of Gillende Keukenmeid - deze dateert van 1888, de voetzoeker is honderden jaren ouder.
De voetzoeker heeft geen ziel of holle centrale ruimte en vliegt veel langzamer, vaak opzettelijk met pauzes en horten en stoten (fallussymbool), draaiend om zijn verplaatsend zwaartepunt en beïnvloedt door lucht turbulentie en windrichting. De willekeurige bewegingen zijn die als van een slang.
De voetzoeker heeft wel een wurging van de kartonnen huls tot een venturi of versmalde uitstroomopening en die een luchthuiler zeker niet heeft. Het gaat ook om het verrassingseffect, want dat is het kenmerk van deze klakkebus: die schrik aanjaagt bij mensen van het 'zwakke geslacht' door onverwachte en onvoorspelbare bewegingen. In plaats van de wurging kan een doorboorde kleiprop dienen.
Over de voetzoeker of serpent: wat een afgang dat zoveel voeten verzorgende dames hun zaakje tegenwoordig naar de voor stoere mannen verboden 'voetzoeker' hebben vernoemd. De pedicures deden het vroeger vast en zeker in hun broek toen de echte voetzoeker nog legaal was. Het synoniem 'serpent' betekent toevallig ook kreng of boosaardige vrouw.
Prima overigens dat vrouwen tegenwoordig hun eigen geld verdienen, maar dat ze de baas spelen? De man van tegenwoordig is daarentegen een slapjanus, en basisscholen worden alleen nog maar bevolkt door leraressen die niet eens kunnen rekenen. Geen leraar meer waar jongens een voorbeeld aan kunnen nemen, zeker wanneer een vader thuis ontbreekt. Er is geen echte man meer te vinden tussen al die moderne 'heksen' met de broek aan en de mannen hebben het leukste vuurwerk van zich laten afpakken. Overigens, de veelal broeken dragende dames beschermt hen tegenwoordig voor 'de wonderlyke verzengingen onder de rokken'.
Nee, kom dan maar eens in super macho Spanje met die geweldige Fallas en luidruchtige mascletas in Valencia: daar hebben ze voetzoekers alleen maar in grootte laten toenemen, als een penis in erectie van 7 cm naar 20 cm! Den voetzoeker getrouwe blijf ik tot in den doot, de-hen Ko-hooning van His-pan-jen he-heb ik al-tijd ge-eeeeerd.
De voetzoeker is bij de juiste samenstelling en het juiste gebruik - aansteken en op de grond leggen, echter ongevaarlijk en deze zal normaal gesproken niet verder komen dan kniehoogte. Pas wanneer voetzoekers gegooid worden kunnen ze een gevaar vormen, maar dat geldt ook voor rotjes evenals voor verkeerd gerichte vuurpijlen. Vooral het misbruik heeft geleid tot de uitbanning, niet zozeer het vuurwerk zelf.
Nee, neem dan de milieuvriendelijkheid van de originele groene voetzoeker, gewone goedaardige buskruit bestanddelen. Wanneer deze grondstoffen in combinatie juist functioneerden tot voldoende gasdruk, kwam de voetzoeker door de omgekeerde impuls en de luchtstroom achter je aan wanneer je wegrende!? Vandaar ook de naam.
Voor de voetzoeker wordt ongeveer 10 % meer houtskool gebruikt in wat grovere korrel, naast de standaard buskruit verhouding van kaliumnitraat, houtskool en zwavel 75:15:10 gewichtsdelen. Daardoor wordt de uitstroom van oranje houtskoolvonken vergroot. Witte vonken kunnen worden geproduceerd met aluminium of titaan. Met metaalpoeders dient men op te passen voor teveel wrijving.
De methode om de voetzoekers met buskruit te vullen wordt 'funnel and wire' genoemd of trechter en draadstamper, dus met een passende trechter en een lange stamper van brons of messing en waarmee het kruit goed wordt aangestampt. Zie daarvoor ook het boek van de eerwaarde Lancaster (klik hier).
Gewoon zwart buskruit wordt in Nederland niet meer vervaardigd sinds de 20e eeuw, maar voor die tijd des te meer. In en rondom Amsterdam waren er in de 17e eeuw maar liefst 13 buskruitmolens die allen met elkaar concurreerden om de prijs. Die prijs werd voornamelijk bepaald door het gehalte aan toen duur salpeter: dat was 71 % en geen 75 %. Tegenwoordig is de gewichtsverhouding ongeveer 75:15:10 voor salpeter, houtskool en zwavel, maar daar wordt in de praktijk van afgeweken - onder andere vanwege de vele andere toepassingen. Zwavel dient eigenlijk alleen om de ontstekingstemperatuur te verlagen, daar zwavel in de vele deelreacties zowel wordt geoxideerd als gereduceerd. Zodoende bestaat er ook zwavelloos buskruit.
Gezamenlijk waren de molens goed voor een enorme productie van meer dan 100.000 pond per week! Ja, er moesten oorlogen worden gevoerd, de Tachtigjarige oorlog tegen de Spanjaarden en later tegen de Fransen.
Er vloog regelmatig wel eens wat in brand, of er verdween wat, de boekhouding was bepaald niet nauwkeurig bij te houden. Bij een vlam in de pan in de rosmolen kregen de trekpaarden voor de schrik een fles wijn. Nee, geen bier, een paard is een edel dier!
Daar kwam een eind aan toen de vereniging van buskruitmakers werd opgericht, en waarbij door vaste prijsafspraken een alleenrecht en monopolie ontstond. Er werden toen reeds flinke prijzen voor een pond buskruit gevraagd en de eigenaren werden schatrijk. Per pond (toen nog 480 gram) werd een halve dagloon van een arbeider betaald, rondom de 1/2 zilveren gulden. En bij schaarste van salpeter kon de prijs stijgen tot een zilveren gulden per pond (zo'n 100 euro nu) of nog veel hoger.
De huidige buskruit benodigdheden die worden gebruikt voor vuurwerk en het schieten met oude wapens of replica's, komen uit Duitsland van de firma Wano (klik hier). Zelfs de Engelsen bestellen daar hun buskruit. Uiteraard maken de Chinezen hun eigen buskruit, maar dat is over het algemeen van inferieure kwaliteit.
Tegenwoordig zijn de ingrediënten echter spotgoedkoop, al jaren: zowel zuiver zwavel als houtskool en salpeter kosten niet meer dan 1 euro per kilogram in bulkverpakking, en per ton nog veel minder. De schrikbarende als maar stijgende hoge prijzen voor vuurwerk in de winkel worden dan ook niet door de grondstoffen of het lage Chinese arbeidsloon bepaald, en ook niet door het transport. Ze worden voornamelijk veroorzaakt door de heren handelaren met hun exorbitante woekerwinsten, niet door de Chinezen.
Wanneer men een wapenmachtiging heeft voor een buskruitwapen, is buskruit in Nederland legaal te kopen bij de wapen- en munitiehandelaar. In het buitenland is die mogelijkheid ruimer geregeld: soms is het bezit van buskruitwapens vrij. Zeker is dat het geval wanneer ze onder antieke wapens vallen, dat wil zeggen meer dan 150 jaar oud zijn. Daar vallen dan geen replica's onder.
Maar ook zonder vergunning is het bezit van een hoeveelheid van 1 kilogram toegestaan. Ervan uitgaande dat 25 kg consumentenvuurwerk in huis mag worden bewaard (per persoon?), hetgeen gelijkwaardig is met een hoeveelheid pyrotechnische sas van minstens 2,5 kg.
Serieuze hobbyisten in de pyrotechniek maken hun buskruit al jaren zelf. Dat was al sinds de 16e eeuw zo en ook anno 2023.
De beste manier om de commerciële hoge kwaliteit te benaderen, is door gebruik te maken van een elektrische kogelmolen. Ook al was hij beslist niet de eerste, de methode van de Amerikaan Lloyd E. Sponenburgh is inmiddels wereldwijd bekend (klik hier). Vermeldenswaard is dat bij de bereiding alle voorzichtigheid is te betrachten en de nodige kennis en vaardigheid aangeleerd moeten worden. Is het bezit van kleine hoeveelheden buskruit in de meeste landen van de wereld niet verboden, de bereiding kan dat wel zijn vanwege de extra gevaren behalve opslag. Eén van de belangrijkste veiligheidsregels is dat je NOOIT andere grondstoffen bijeen mengt in de molen.
De theorie bij de voetzoeker was dat bij het wegrennen een opgewekte luchtstroom er voor zorgde dat het listige vuurwerkje het vluchtpad nam en achter je aan kwam. Is het de turbulentie van de luchtstroom achter het wegrennende slachtoffer, die een rol speelde? Kiezen vuurpijlen niet altijd de richting tegen de wind in, het windvaantjes effect? Maar deze hebben een stok ter stabilisatie en om het zwaartepunt laag te houden. Of was het toch alleen allemaal inbeelding en oud volksgeloof?
De tegenwoordig grote maten in Spanje voldoen in ieder geval niet aan de eisen van de echte zwermers: een inwendige diameter van 8 tot 12 mm schijnt optimaal en veel langer dan 12,5 cm moeten ze eigenlijk ook niet zijn. Echte goed functionerende voetzoekers zijn dus relatief klein, hetgeen menig macho man elders misschien zal doen geruststellen.
Een typische moderne samenstelling voor de voetzoeker bestaat tegenwoordig uit een samengeperste massa van 91 % fijn gepoederd buskruit, 6 % gekorreld houtskool (150 mesh) en 3 % fijne titanium granules of aluminium (vlokken) in een stevige parallel gerolde kartonnen huls met een tot 1/3 diameter samengeknepen gewurgde venturi, keel- of uitstroomopening.
Een venturi van klei of gips kan dus ook. Lancaster geeft in zijn boek Fireworks verder nog het eeuwenoude recept voor een mengsel van 64 % gepoederd buskruit (van commerciële kwaliteit), 8 % kaliumnitraat, 4 % zwavel en 24 % houtskool (150 mesh). Houtskool geeft een oranje staart en aluminium of titanium metaal een witte vonken staart. Wordt het beste buskruit vooral met een zachte houtskoolsoort bereid - zoals die van de wilg of linde loofhout, de mooiste houtskool vonken komen van die van gewone naaldbomen, pijnboom houtskool.
Als 'modern' geldt het duurdere recept met 60 % bariumnitraat, 5 % kaliumnitraat, 25 % aluminium (dark pyro) en 10 % aluminium (vlokken 30 - 80 mesh). Maar sinds de mengsels met bariumnitraat als bezwaarlijk voor de gezondheid en het milieu worden beschouwd, is de oude samenstelling milieutechnisch 'groener'. Al deze mengsels zijn geschikt voor de kleine voetzoeker met een inwendige diameter van 8 mm.
In Spanje worden de aluminium houdende sassen veel gebruikt voor de fraaie witte vonken staarten, maar ze blijken op den duur vaak niet meer goed te werken: ze gaan snel achteruit in kwaliteit. Uit analyse is gebleken dat de mengsels vaak niet met boorzuur zijn gestabiliseerd, waardoor het aluminium chemische wordt aangetast door nitraat-ionen in alkalisch milieu (veroorzaakt door het gehalte aan calcium- en kaliumcarbonaat in houtskool). De geur van ammoniak die wordt gevormd wijst op de aanwezige ontbinding. Deze kan in een ernstig geval onder invloed van vocht door de ontwikkelde warmte zelfs tot vroegtijdige zelfontbranding leiden tijdens opslag.
In Griekenland kent men omstreeks Pasen nog steeds het Saitopolemos feest (klik hier) waarbij ook grote voetzoekers worden gebruikt, maar men houdt ze als fonteinen in de hand (klik hier). De pyrotechnische samenstellingen voor de oranje vonken zijn waarschijnlijk minder heet en vooral gebaseerd op de verbranding van grove deeltjes houtskool.
In Nederland waren vroeger vooral de kleine maten voetzoekers te koop - met knal of zonder knal vanaf 7,5 mm x 60 mm, maar zelfs die werden verboden. In Spanje zijn ze nog steeds wettelijk toegestaan en hebben ze een grootte bereikt van 20 mm x 200 mm: de Buscapiés, cohete Carretilla Diablo of de Borracho - is vertaald, de duivelse kruiwagen of de dronkaard.
Deze zijn veiliger dan die van vroeger omdat de knallading
veel geringer
is - verwijderbaar of zelfs afwezig, maar vanwege de grote maat voldoen ze niet
aan de wonderlijke capaciteit om te zwermen en vliegend te achtervolgen. Het
zijn dus geen echte voetzoekers meer, maar lijken eigenlijk op fonteinen. Ze zijn opgebouwd met een afwisselende
snelle en langzaam brandende kruitlading voor het verrassingseffect.
De producten van de verdwenen firma Kat (voorheen John Loeff, apotheker) waren kwalitatief minder - ze werden daar zwermers genoemd. Die van Schuurmans uit Leeuwarden waren veel beter, en op hun beurt waren de Nederlandse producten weer minder ten opzichte van de oorspronkelijke hoogwaardige Duitse, zoals die van Moog-Nico uit Trittau bij Hamburg (klik hier).
Althans, dat was vroeger zo. De moderne Duitse Schwärmer ziet er ouderwets uit met een gewurgde (toegeknepen) hals, maar is van slechte kwaliteit en zwermt niet meer maar pleegt als dikke vette impotente bratwurst te blijven liggen - vast zo wettelijk geregeld. En ze zijn maar voor de helft gevuld: wat een vreselijke nep!
Een interessant verhaal over de firma A.J. Kat is opgemaakt door de zoon van oud-medewerker Van Poelgeest (klik hier). Die vertelde dat de vuurwerk kokertjes gewoon thuis werden gerold en dat vader Van Poelgeest stiekem op de zolder van zijn huis een privé laboratorium had waar hij de experimenten deed. Waarvoor heb je dan een bedrijf, zou je zeggen. Ongelukken kwamen overigens regelmatig voor.
Van het heroïsche verhaal van Christiaan van der Nat die bij Kat vertrok en in Steenwijk zelf een bedrijf begon met zijn zoon, klopt niet veel. Het bedrijf was helemaal niet zo succesvol en het is vooral aan de overheid te danken dat Van der Nat ruimhartig werd beloond door de uitkoop- en compensatieregeling na de ramp in Enschede.
Wanneer de Arbeidsinspectie kwam, kreeg Kat eerst een anonieme tip zodat hij de boel in orde kon maken.
Zo moet die corruptie ook bij SEF in Enschede zijn geweest (klik hier). Een jaarlijks gratis vuurwerkpakket voor de brandweer en de controlerende organen als tegenprestatie voor het door de vingers zien van tal van veiligheidsovertredingen. Het is duidelijk dat de overheid zich liever met onbenulligheden als het verbieden van de voetzoeker bezighoudt dan belangrijker zaken als het controleren van bedrijven op de ernstige overtredingen van wetten en veiligheidsmaatregelen.
In het Spaanse plaatsje Elx of Elche bij Alicante hebben ze sinds 30 jaar geleden - elk jaar op 13 augustus, de Guerra de Carretillas tijdens La Nit de l'Albà, oftewel de Voetzoeker-oorlog (klik hier). Het oorspronkelijke leuk bedoelde feest is een beetje uit de hand gelopen (klik hier), en er gaan stemmen op de happening te verbieden. De burgemeester wil dat echter nog niet. Kom daar maar eens om in een doorsnee bekrompen protestantse Nederlandse gemeente, zoals in Hilversum van Oberkapo Broertjes! Want wat zijn we toch tolerant in kleinburgerlijk gereformeerd Nederland.
Ook in Spanje zijn slechte kwaliteit 'voetzoekers' in de handel, kennelijk is het niet makkelijk om een constant hoogwaardig product te maken. Of is het gewoon slordigheid of is de slechte houdbaarheid te wijten aan een verkeerde en riskante vorm van commercie: geplande fraude, kunstmatig verkorte duurzaamheid. Dit onderwerp komt steeds meer aan de orde, niet alleen door fabrikanten die sjoemelen met bijvoorbeeld software (VW). Natuurlijk, vuurwerk gaat altijd langzamerhand achteruit in kwaliteit en heeft een beperkte houdbaarheid: metalen oxideren, oxidatoren reduceren en sassen raken ontmengd. Papier en karton worden door bacteriën en schimmels aangetast.
Rommelen met de kwaliteit levert winst op omdat het product minder lang mee gaat, niet alleen door gebruik, maar ook bij opslag (klik hier). Dit fenomeen kan onbedoeld door onbetrouwbare toeleveranciers worden veroorzaakt, maar ook bewust door de fabrikant zelf zodat de levensduur achteruit gaat. Overigens is het verschijnsel niet nieuw: Philips kon gloeilampen maken die onverwoestbaar waren, maar dat had hen zelf op den duur werkeloos gemaakt.
Het is oppassen voor de vaak merkloze namaak artikelen, ze komen van lokale illegale fabriekjes.
Een oproep aan de pyrotechnische kunstenaar
om daar verandering in te brengen. Ontwerp de perfecte veilige voetzoeker. Misschien wint hij de hoofdprijs bij het vinden van het juiste productieproces voor een constante duurzame hoge kwaliteit.
Mits van goede kwaliteit - gemaakt op basis van ouderwets buskruit, met de juiste afmeting in balans met het kenmerkende langzaam vliegende vermogen, is de voetzoeker een geraffineerd en listig zwermend vuurwerk juweeltje. Een geheim uit de schatkamer van de eeuwenoude pyrotechnische alchemist.
De ware achtervolgende voetzoeker zonder harde knal zou anno 2015 gewoon toegelaten kunnen worden in het assortiment van wettelijk goedgekeurd vuurwerk op de Europese markt.
Om met de woorden van Multatuli te spreken: 'De voetzoeker heeft geen ziel maar wel karakter, hij leeft, kiest zijn weg, schrijft zijn naam in gloeiende krullen en braakt arabesken, en kampt om het verloren terrein te herwinnen'.
Waarvan akte.
Eigenaardig is dan ook de samenwerking met de onbetrouwbare NFI van ex-directeur De Bruyn en het Corps Controleurs van de Dienst Gevaarlijke Stoffen. Dat geldt ook voor de corrupte ex-politiemannen Fred de Groot - die nu een eigen bedrijfje heeft als vuurwerkadviseur (klik hier), en Joop Couturier. Het zelfreinigende vermogen in de vuurwerkbranche en controlerende organen is bijzonder klein. Nederland is natuurlijk ook te klein om niet incestueus te zijn
en overal ontstaan maffia-achtige structuren waar extreme winsten worden gemaakt. Wanneer je niet deugt en boter op je hoofd hebt, moet je niet in de zon gaan lopen, is het wijze oude spreekwoord. Hoe komt het toch dat vuurwerk zoveel aantrekkingskracht heeft op randdebielen, zoals ook de vuurwerkramp in Enschede heeft bewezen.
Bij TNO hielden o.a. Webb, Kodde en handelaar Oudendag zich bezig met de belachelijke stalen kooiconstructie voor consumentenvuurwerk, een wederom volkomen mislukt project. TNO heeft een huichelachtig slechte, afhankelijke en subjectieve naam opgebouwd wanneer het om hun pseudowetenschap gaat : wie betaalt die bepaalt. "Wij van WC- eend ..." Cuius enim panem manduco carmina canto, oftewel wiens brood men eet, diens woord men spreekt. Een bedenkelijke reputatie voor een zogenaamd wetenschappelijk onafhankelijk instituut.
TNO gaat tegenwoordig trouwens autisten testen voor een flutbaan met behulp van cameratoezicht (klik hier). Nu de gemeenten in Nederland het laten afweten bij de extra zorg die autisten nodig hebben, denkt TNO geld te kunnen verdienen aan gehandicapten door ze de hele dag achter een geestdodende bewakingsmonitor te zetten. Nog even en Dr. Mengele zijn fascistoïde experimenten leiden weer tot de gaskraan bij de proefkonijnen met een neurologische geboorteafwijking, wanneer een goede medische zorg en begeleiding door verkeerde bezuinigingen achterwege blijven. Weg met TNO.
Schuurmans had in zijn professionele enthousiasme de grootste maat voetzoeker afgeladen met 1,8 gram (foto)flitskruit als knallading op basis van perchloraat, aluminium, bariumnitraat en zwavel. Flitskruit werd in rotjes in Nederland in dezelfde periode verboden, voor andere landen gold meestal een maximum toegestane knallading van 50 milligram - maar dan op basis van alleen perchloraat en aluminium.
De grilligheid van de bewegingen was nou juist zo leuk en aantrekkelijk aan het vuurwerk. Het onvoorspelbare zorgde altijd voor verrassing, grote pret en hilariteit, en maakte de serpente vlieger bijzonder populair.
In het liberale katholieke Zuid-Europa is de voetzoeker door de ontbrekende hypocriete regelzucht voor de consument min of meer bewaard gebleven, al zijn de eigenschappen niet meer oorspronkelijk. Het pyrotechnische apparaatje dient laag boven de grond langzaam rond te vliegen, hetgeen de afmetingen beperkt.
Een echte voetzoeker is geen rotje met een sisser, en zeker géén vuurpijl zonder lat of stok. En de voetzoeker is ook geen afgeleide van een fluitende luchthuiler of Gillende Keukenmeid - deze dateert van 1888, de voetzoeker is honderden jaren ouder.
De voetzoeker heeft geen ziel of holle centrale ruimte en vliegt veel langzamer, vaak opzettelijk met pauzes en horten en stoten (fallussymbool), draaiend om zijn verplaatsend zwaartepunt en beïnvloedt door lucht turbulentie en windrichting. De willekeurige bewegingen zijn die als van een slang.
De voetzoeker heeft wel een wurging van de kartonnen huls tot een venturi of versmalde uitstroomopening en die een luchthuiler zeker niet heeft. Het gaat ook om het verrassingseffect, want dat is het kenmerk van deze klakkebus: die schrik aanjaagt bij mensen van het 'zwakke geslacht' door onverwachte en onvoorspelbare bewegingen. In plaats van de wurging kan een doorboorde kleiprop dienen.
Over de voetzoeker of serpent: wat een afgang dat zoveel voeten verzorgende dames hun zaakje tegenwoordig naar de voor stoere mannen verboden 'voetzoeker' hebben vernoemd. De pedicures deden het vroeger vast en zeker in hun broek toen de echte voetzoeker nog legaal was. Het synoniem 'serpent' betekent toevallig ook kreng of boosaardige vrouw.
Prima overigens dat vrouwen tegenwoordig hun eigen geld verdienen, maar dat ze de baas spelen? De man van tegenwoordig is daarentegen een slapjanus, en basisscholen worden alleen nog maar bevolkt door leraressen die niet eens kunnen rekenen. Geen leraar meer waar jongens een voorbeeld aan kunnen nemen, zeker wanneer een vader thuis ontbreekt. Er is geen echte man meer te vinden tussen al die moderne 'heksen' met de broek aan en de mannen hebben het leukste vuurwerk van zich laten afpakken. Overigens, de veelal broeken dragende dames beschermt hen tegenwoordig voor 'de wonderlyke verzengingen onder de rokken'.
Nee, kom dan maar eens in super macho Spanje met die geweldige Fallas en luidruchtige mascletas in Valencia: daar hebben ze voetzoekers alleen maar in grootte laten toenemen, als een penis in erectie van 7 cm naar 20 cm! Den voetzoeker getrouwe blijf ik tot in den doot, de-hen Ko-hooning van His-pan-jen he-heb ik al-tijd ge-eeeeerd.
De voetzoeker is bij de juiste samenstelling en het juiste gebruik - aansteken en op de grond leggen, echter ongevaarlijk en deze zal normaal gesproken niet verder komen dan kniehoogte. Pas wanneer voetzoekers gegooid worden kunnen ze een gevaar vormen, maar dat geldt ook voor rotjes evenals voor verkeerd gerichte vuurpijlen. Vooral het misbruik heeft geleid tot de uitbanning, niet zozeer het vuurwerk zelf.
Nee, neem dan de milieuvriendelijkheid van de originele groene voetzoeker, gewone goedaardige buskruit bestanddelen. Wanneer deze grondstoffen in combinatie juist functioneerden tot voldoende gasdruk, kwam de voetzoeker door de omgekeerde impuls en de luchtstroom achter je aan wanneer je wegrende!? Vandaar ook de naam.
Voor de voetzoeker wordt ongeveer 10 % meer houtskool gebruikt in wat grovere korrel, naast de standaard buskruit verhouding van kaliumnitraat, houtskool en zwavel 75:15:10 gewichtsdelen. Daardoor wordt de uitstroom van oranje houtskoolvonken vergroot. Witte vonken kunnen worden geproduceerd met aluminium of titaan. Met metaalpoeders dient men op te passen voor teveel wrijving.
De methode om de voetzoekers met buskruit te vullen wordt 'funnel and wire' genoemd of trechter en draadstamper, dus met een passende trechter en een lange stamper van brons of messing en waarmee het kruit goed wordt aangestampt. Zie daarvoor ook het boek van de eerwaarde Lancaster (klik hier).
Gewoon zwart buskruit wordt in Nederland niet meer vervaardigd sinds de 20e eeuw, maar voor die tijd des te meer. In en rondom Amsterdam waren er in de 17e eeuw maar liefst 13 buskruitmolens die allen met elkaar concurreerden om de prijs. Die prijs werd voornamelijk bepaald door het gehalte aan toen duur salpeter: dat was 71 % en geen 75 %. Tegenwoordig is de gewichtsverhouding ongeveer 75:15:10 voor salpeter, houtskool en zwavel, maar daar wordt in de praktijk van afgeweken - onder andere vanwege de vele andere toepassingen. Zwavel dient eigenlijk alleen om de ontstekingstemperatuur te verlagen, daar zwavel in de vele deelreacties zowel wordt geoxideerd als gereduceerd. Zodoende bestaat er ook zwavelloos buskruit.
Gezamenlijk waren de molens goed voor een enorme productie van meer dan 100.000 pond per week! Ja, er moesten oorlogen worden gevoerd, de Tachtigjarige oorlog tegen de Spanjaarden en later tegen de Fransen.
Er vloog regelmatig wel eens wat in brand, of er verdween wat, de boekhouding was bepaald niet nauwkeurig bij te houden. Bij een vlam in de pan in de rosmolen kregen de trekpaarden voor de schrik een fles wijn. Nee, geen bier, een paard is een edel dier!
Daar kwam een eind aan toen de vereniging van buskruitmakers werd opgericht, en waarbij door vaste prijsafspraken een alleenrecht en monopolie ontstond. Er werden toen reeds flinke prijzen voor een pond buskruit gevraagd en de eigenaren werden schatrijk. Per pond (toen nog 480 gram) werd een halve dagloon van een arbeider betaald, rondom de 1/2 zilveren gulden. En bij schaarste van salpeter kon de prijs stijgen tot een zilveren gulden per pond (zo'n 100 euro nu) of nog veel hoger.
De huidige buskruit benodigdheden die worden gebruikt voor vuurwerk en het schieten met oude wapens of replica's, komen uit Duitsland van de firma Wano (klik hier). Zelfs de Engelsen bestellen daar hun buskruit. Uiteraard maken de Chinezen hun eigen buskruit, maar dat is over het algemeen van inferieure kwaliteit.
Tegenwoordig zijn de ingrediënten echter spotgoedkoop, al jaren: zowel zuiver zwavel als houtskool en salpeter kosten niet meer dan 1 euro per kilogram in bulkverpakking, en per ton nog veel minder. De schrikbarende als maar stijgende hoge prijzen voor vuurwerk in de winkel worden dan ook niet door de grondstoffen of het lage Chinese arbeidsloon bepaald, en ook niet door het transport. Ze worden voornamelijk veroorzaakt door de heren handelaren met hun exorbitante woekerwinsten, niet door de Chinezen.
Wanneer men een wapenmachtiging heeft voor een buskruitwapen, is buskruit in Nederland legaal te kopen bij de wapen- en munitiehandelaar. In het buitenland is die mogelijkheid ruimer geregeld: soms is het bezit van buskruitwapens vrij. Zeker is dat het geval wanneer ze onder antieke wapens vallen, dat wil zeggen meer dan 150 jaar oud zijn. Daar vallen dan geen replica's onder.
Maar ook zonder vergunning is het bezit van een hoeveelheid van 1 kilogram toegestaan. Ervan uitgaande dat 25 kg consumentenvuurwerk in huis mag worden bewaard (per persoon?), hetgeen gelijkwaardig is met een hoeveelheid pyrotechnische sas van minstens 2,5 kg.
Serieuze hobbyisten in de pyrotechniek maken hun buskruit al jaren zelf. Dat was al sinds de 16e eeuw zo en ook anno 2023.
De beste manier om de commerciële hoge kwaliteit te benaderen, is door gebruik te maken van een elektrische kogelmolen. Ook al was hij beslist niet de eerste, de methode van de Amerikaan Lloyd E. Sponenburgh is inmiddels wereldwijd bekend (klik hier). Vermeldenswaard is dat bij de bereiding alle voorzichtigheid is te betrachten en de nodige kennis en vaardigheid aangeleerd moeten worden. Is het bezit van kleine hoeveelheden buskruit in de meeste landen van de wereld niet verboden, de bereiding kan dat wel zijn vanwege de extra gevaren behalve opslag. Eén van de belangrijkste veiligheidsregels is dat je NOOIT andere grondstoffen bijeen mengt in de molen.
De theorie bij de voetzoeker was dat bij het wegrennen een opgewekte luchtstroom er voor zorgde dat het listige vuurwerkje het vluchtpad nam en achter je aan kwam. Is het de turbulentie van de luchtstroom achter het wegrennende slachtoffer, die een rol speelde? Kiezen vuurpijlen niet altijd de richting tegen de wind in, het windvaantjes effect? Maar deze hebben een stok ter stabilisatie en om het zwaartepunt laag te houden. Of was het toch alleen allemaal inbeelding en oud volksgeloof?
De tegenwoordig grote maten in Spanje voldoen in ieder geval niet aan de eisen van de echte zwermers: een inwendige diameter van 8 tot 12 mm schijnt optimaal en veel langer dan 12,5 cm moeten ze eigenlijk ook niet zijn. Echte goed functionerende voetzoekers zijn dus relatief klein, hetgeen menig macho man elders misschien zal doen geruststellen.
Een typische moderne samenstelling voor de voetzoeker bestaat tegenwoordig uit een samengeperste massa van 91 % fijn gepoederd buskruit, 6 % gekorreld houtskool (150 mesh) en 3 % fijne titanium granules of aluminium (vlokken) in een stevige parallel gerolde kartonnen huls met een tot 1/3 diameter samengeknepen gewurgde venturi, keel- of uitstroomopening.
Een venturi van klei of gips kan dus ook. Lancaster geeft in zijn boek Fireworks verder nog het eeuwenoude recept voor een mengsel van 64 % gepoederd buskruit (van commerciële kwaliteit), 8 % kaliumnitraat, 4 % zwavel en 24 % houtskool (150 mesh). Houtskool geeft een oranje staart en aluminium of titanium metaal een witte vonken staart. Wordt het beste buskruit vooral met een zachte houtskoolsoort bereid - zoals die van de wilg of linde loofhout, de mooiste houtskool vonken komen van die van gewone naaldbomen, pijnboom houtskool.
Als 'modern' geldt het duurdere recept met 60 % bariumnitraat, 5 % kaliumnitraat, 25 % aluminium (dark pyro) en 10 % aluminium (vlokken 30 - 80 mesh). Maar sinds de mengsels met bariumnitraat als bezwaarlijk voor de gezondheid en het milieu worden beschouwd, is de oude samenstelling milieutechnisch 'groener'. Al deze mengsels zijn geschikt voor de kleine voetzoeker met een inwendige diameter van 8 mm.
In Spanje worden de aluminium houdende sassen veel gebruikt voor de fraaie witte vonken staarten, maar ze blijken op den duur vaak niet meer goed te werken: ze gaan snel achteruit in kwaliteit. Uit analyse is gebleken dat de mengsels vaak niet met boorzuur zijn gestabiliseerd, waardoor het aluminium chemische wordt aangetast door nitraat-ionen in alkalisch milieu (veroorzaakt door het gehalte aan calcium- en kaliumcarbonaat in houtskool). De geur van ammoniak die wordt gevormd wijst op de aanwezige ontbinding. Deze kan in een ernstig geval onder invloed van vocht door de ontwikkelde warmte zelfs tot vroegtijdige zelfontbranding leiden tijdens opslag.
In Griekenland kent men omstreeks Pasen nog steeds het Saitopolemos feest (klik hier) waarbij ook grote voetzoekers worden gebruikt, maar men houdt ze als fonteinen in de hand (klik hier). De pyrotechnische samenstellingen voor de oranje vonken zijn waarschijnlijk minder heet en vooral gebaseerd op de verbranding van grove deeltjes houtskool.
In Nederland waren vroeger vooral de kleine maten voetzoekers te koop - met knal of zonder knal vanaf 7,5 mm x 60 mm, maar zelfs die werden verboden. In Spanje zijn ze nog steeds wettelijk toegestaan en hebben ze een grootte bereikt van 20 mm x 200 mm: de Buscapiés, cohete Carretilla Diablo of de Borracho - is vertaald, de duivelse kruiwagen of de dronkaard.
Deze zijn veiliger dan die van vroeger omdat de knallading
De producten van de verdwenen firma Kat (voorheen John Loeff, apotheker) waren kwalitatief minder - ze werden daar zwermers genoemd. Die van Schuurmans uit Leeuwarden waren veel beter, en op hun beurt waren de Nederlandse producten weer minder ten opzichte van de oorspronkelijke hoogwaardige Duitse, zoals die van Moog-Nico uit Trittau bij Hamburg (klik hier).
Althans, dat was vroeger zo. De moderne Duitse Schwärmer ziet er ouderwets uit met een gewurgde (toegeknepen) hals, maar is van slechte kwaliteit en zwermt niet meer maar pleegt als dikke vette impotente bratwurst te blijven liggen - vast zo wettelijk geregeld. En ze zijn maar voor de helft gevuld: wat een vreselijke nep!
Een interessant verhaal over de firma A.J. Kat is opgemaakt door de zoon van oud-medewerker Van Poelgeest (klik hier). Die vertelde dat de vuurwerk kokertjes gewoon thuis werden gerold en dat vader Van Poelgeest stiekem op de zolder van zijn huis een privé laboratorium had waar hij de experimenten deed. Waarvoor heb je dan een bedrijf, zou je zeggen. Ongelukken kwamen overigens regelmatig voor.
Van het heroïsche verhaal van Christiaan van der Nat die bij Kat vertrok en in Steenwijk zelf een bedrijf begon met zijn zoon, klopt niet veel. Het bedrijf was helemaal niet zo succesvol en het is vooral aan de overheid te danken dat Van der Nat ruimhartig werd beloond door de uitkoop- en compensatieregeling na de ramp in Enschede.
Wanneer de Arbeidsinspectie kwam, kreeg Kat eerst een anonieme tip zodat hij de boel in orde kon maken.
Zo moet die corruptie ook bij SEF in Enschede zijn geweest (klik hier). Een jaarlijks gratis vuurwerkpakket voor de brandweer en de controlerende organen als tegenprestatie voor het door de vingers zien van tal van veiligheidsovertredingen. Het is duidelijk dat de overheid zich liever met onbenulligheden als het verbieden van de voetzoeker bezighoudt dan belangrijker zaken als het controleren van bedrijven op de ernstige overtredingen van wetten en veiligheidsmaatregelen.
In het Spaanse plaatsje Elx of Elche bij Alicante hebben ze sinds 30 jaar geleden - elk jaar op 13 augustus, de Guerra de Carretillas tijdens La Nit de l'Albà, oftewel de Voetzoeker-oorlog (klik hier). Het oorspronkelijke leuk bedoelde feest is een beetje uit de hand gelopen (klik hier), en er gaan stemmen op de happening te verbieden. De burgemeester wil dat echter nog niet. Kom daar maar eens om in een doorsnee bekrompen protestantse Nederlandse gemeente, zoals in Hilversum van Oberkapo Broertjes! Want wat zijn we toch tolerant in kleinburgerlijk gereformeerd Nederland.
Ook in Spanje zijn slechte kwaliteit 'voetzoekers' in de handel, kennelijk is het niet makkelijk om een constant hoogwaardig product te maken. Of is het gewoon slordigheid of is de slechte houdbaarheid te wijten aan een verkeerde en riskante vorm van commercie: geplande fraude, kunstmatig verkorte duurzaamheid. Dit onderwerp komt steeds meer aan de orde, niet alleen door fabrikanten die sjoemelen met bijvoorbeeld software (VW). Natuurlijk, vuurwerk gaat altijd langzamerhand achteruit in kwaliteit en heeft een beperkte houdbaarheid: metalen oxideren, oxidatoren reduceren en sassen raken ontmengd. Papier en karton worden door bacteriën en schimmels aangetast.
Rommelen met de kwaliteit levert winst op omdat het product minder lang mee gaat, niet alleen door gebruik, maar ook bij opslag (klik hier). Dit fenomeen kan onbedoeld door onbetrouwbare toeleveranciers worden veroorzaakt, maar ook bewust door de fabrikant zelf zodat de levensduur achteruit gaat. Overigens is het verschijnsel niet nieuw: Philips kon gloeilampen maken die onverwoestbaar waren, maar dat had hen zelf op den duur werkeloos gemaakt.
Het is oppassen voor de vaak merkloze namaak artikelen, ze komen van lokale illegale fabriekjes.
Mits van goede kwaliteit - gemaakt op basis van ouderwets buskruit, met de juiste afmeting in balans met het kenmerkende langzaam vliegende vermogen, is de voetzoeker een geraffineerd en listig zwermend vuurwerk juweeltje. Een geheim uit de schatkamer van de eeuwenoude pyrotechnische alchemist.
De ware achtervolgende voetzoeker zonder harde knal zou anno 2015 gewoon toegelaten kunnen worden in het assortiment van wettelijk goedgekeurd vuurwerk op de Europese markt.
Om met de woorden van Multatuli te spreken: 'De voetzoeker heeft geen ziel maar wel karakter, hij leeft, kiest zijn weg, schrijft zijn naam in gloeiende krullen en braakt arabesken, en kampt om het verloren terrein te herwinnen'.
Waarvan akte.